Menufuncties
Controleer draad (3-4)
Met deze functie kunt u ten eerste de ontvangst van
het signaal van de begrenzingsdraad door de maaier
controleren en ten tweede exact bepalen waar in het
gazon de begrenzingskabel ligt.
De sensor die voor deze functie wordt gebruikt zit recht
onder de vergrendelknop van de klep voor de
maaihoogteinstelling verborgen. De sensor registreert
welke stand Automower™ ten opzichte van de draad
inneemt. Op het display verschijnt "Binnen", "Buiten" of
"Geen lussignaal". Wanneer de maaier binnen de
draad is, verschijnt "Binnen" enzovoorts. Wanneer de
maaier is ingesteld met geluid, hoort u ook een
constant gepiep wanneer de maaier buiten de draad is
en een pulserende piep wanneer hij geen signaal
registreert. Wanneer de maaier binnen de draad is, is
helemaal geen piep te horen.
Om:
•
De ontvangst van het signaal te controleren: Zet de
cursor op "Controleer draad" en druk op YES.
•
De kabel te zoeken: Breng Automower™ over de
buitenrand van het werkgebied en kies "Controleer
draad". Herhaal dit tot u de grens tussen "Binnen"
en "Buiten" heeft gevonden. Dan weet u waar de
kabel ligt.
Voorbeeld tuin
Door de uitrij-instellingen aan te passen aan de tuin
wordt het voor Automower™ makkelijker alle delen van
de tuin te bereiken. Zo krijgt u een beter maairesultaat.
Ook een aanpassing van de instelling tuinvorm kan het
maairesultaat ten goede komen.
Verschillende tuinen hebben verschillende instellingen
nodig. Hieronder volgen enkele voorstellen.
Tuinvorm (3-3)
Uitrij-instellingen (3-1)
Open
Uitrij-instellingen (3-1):
Fabrieksinstelling (3-1-1).
36 electrolux automower
Uitrij-instellingen
Rijdt over draad
Tuinvorm
De draad controleren
3-4
3012-421