Hoofdstuk
05
Overige functies
De AUX-signaalbron
Op dit toestel kunt u maximaal twee externe
apparaten aansluiten, zoals videoapparatuur
of draagbare apparaten (los verkrijgbaar). Aan-
gesloten externe apparaten worden automa-
tisch als een AUX-signaalbron herkend en
toegewezen aan AUX1 of AUX2. Het verschil
tussen de signaalbronnen AUX1 en AUX2
wordt hieronder uitgelegd.
Informatie over AUX1 en AUX2
Externe apparaten kunnen op twee manieren
op dit toestel worden aangesloten.
AUX1-signaalbron:
Als u een extern apparaat aansluit met een
2,5mm-stereoplugkabel
Houd h/Open ingedrukt om het voor-
1
paneel te openen.
De ingang AUX1 bevindt zich achter het voor-
paneel.
2
Steek de 2,5 mm-plug in de AUX1-in-
gang van dit toestel.
Het externe apparaat wordt automatisch inge-
steld op AUX1.
AUX2-signaalbron:
Als u een extern apparaat aansluit met een IP-
BUS-RCA-adapter (los verkrijgbaar)
50
Nl
% Met een IP-BUS-RCA-adapter zoals de
CD-RB20/CD-RB10 (los verkrijgbaar) kunt u
externe apparatuur met een RCA-uitgang
op dit toestel aansluiten.
Raadpleeg voor meer informatie de gebrui-
kershandleiding van de IP-BUS-RCA-adapter.
Het externe apparaat wordt automatisch inge-
steld op AUX2.
# U kunt op deze manier alleen externe appara-
ten aansluiten die voorzien zijn van een RCA-uit-
gang.
De signaalbron AUX selecteren
% Druk op SRC/Off om AUX (AUX1 of
AUX2) als signaalbron te selecteren.
# De signaalbron AUX kan alleen worden gese-
lecteerd als de externe ingang is ingeschakeld.
Raadpleeg De externe ingang in- of uitschakelen
op bladzijde 45 voor meer informatie.
De AUX-titel instellen
U kunt de naam wijzigen die wordt weergege-
ven voor de signaalbronnen AUX1 en AUX2.
1
Nadat u AUX als signaalbron hebt gese-
lecteerd, selecteert u met MULTI-CONTROL
de optie FUNCTION en vervolgens
TitleInput "A".
2
Voer de titel op dezelfde wijze in als
voor de ingebouwde cd-speler.
Raadpleeg Disctitels invoeren op bladzijde 22
voor meer informatie over de bediening.