Beveiligingssysteem Alarm Connect instellen
9
Beveiligingssysteem Alarm Connect instellen
Voor een succesvolle inbedrijfstelling moet aan de volgende voorwaarden vol-
daan zijn:
-
Het beveiligingssysteem Alarm Connect moet functioneel geconfigureerd
zijn.
-
Bij de projectplanning van het beveiligingssysteem in de Gira Project As-
sistant moeten toegangsgegevens voor een gebruiker worden ingesteld.
-
De Gira G1, de alarmcentrale Connect en de inbedrijfstellings-pc (met geïn-
stalleerde Gira Project Assistant) moeten zich in hetzelfde netwerk bevinden.
9.1
Eerste inbedrijfstelling
Nadat u in de basisconfiguratie van de Gira G1 de optie "Gira X1 en beveiligings-
systeem" heeft geselecteerd, start de inbedrijfstellingsconfiguratie en toont ver-
volgens een dialoog om de verbinding met het beveiligingssysteem Alarm
Connect tot stand te brengen.
1 Als de Gira G1 via LAN en DHCP met het netwerk wordt verbonden, kunt u
direct doorgaan met stap 2.
Als de Gira G1 via WLAN en/of zonder DHCP met het netwerk wordt verbon-
den, moet u eerst de verbinding met het netwerk tot stand brengen voordat
u verbinding kunt maken met de beveiligingssysteem.
2 Voer de toegangsgegevens (gebruikersnaam en wachtwoord) in, die u eerder
in de GPA heeft aangemaakt [zie 9.1.2.1].
3 Voer eventueel de toegangsgegevens voor het deurcommunicatiesysteem in
[zie 15.2.1].
4 Selecteer eventueel de locaties voor het weerstation [zie 17.1.1].
Let op:
Gelijktijdig gebruiken van Gira X1 en beveiligingssysteem
Als in een project de gira X1 en het beveiligingssysteem Alarm Connect worden
gebruikt, voer dan bij de verbindingsgegevens het IP-adres van de gira X1 in.
Gira G1
Bild 92
Aanzicht
[Instellingen]
93