Aan de slag
2. Steek de stekker van de adapter in een normaal
stopcontact.
3. Als de batterij volledig is opgeladen, haalt u de
stekker uit het stopcontact en maakt u de
adapter los door de grijze knopjes aan de zijkant
van de connector in te drukken en de connector
uit de telefoon te trekken.
Opmerking: Als de adapter op de telefoon is aange-
sloten, kunt u de batterij niet van de
telefoon af halen. Doet u dit wel, dan
kan de telefoon beschadigen.
Indicatie Batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar een paar
minuten kunt bellen, hoort u een waarschuwings-
signaal en verschijnt in het display regelmatig een
melding. Om de resterende stroom te sparen wordt
de verlichting uitgeschakeld. Als de batterij zo leeg
is dat de telefoon niet meer kan werken, schakelt
de telefoon zichzelf uit.
20
Telefoon aan- of uitzetten
1. Open de klep.
2. Om de telefoon aan te zetten, houdt u de
toets
ingedrukt tot de telefoon aan is.
3. Als de telefoon om het wachtwoord van de
telefoon vraagt, geeft u dit in en drukt u op de
functietoets OK. Het wachtwoord is standaard
ingesteld op "00000000". Voor meer informatie,
zie pagina 156.
4. Als de telefoon om de PIN code vraagt, geeft u
deze in en drukt u op de functietoets OK. Voor
meer informatie, zie pagina 157.
De telefoon zoekt uw netwerk op en nadat dit
gevonden is, verschijnen de huidige datum en
tijd in het display (zie illustratie). Nu kunt u zelf
bellen of gebeld worden.
Opmerking: De displaytaal is in de fabriek
standaard ingesteld op Nederlands.
Om de taal te wijzigen, gaat u naar
de menuoptie Taal (Menu 6.5).
Voor meer informatie, zie
pagina 112.
5. U zet de telefoon uit door de toets
ingedrukt te houden tot het afsluitfilmpje wordt
getoond.
Aan de slag
21