Gebruik
Gebruik
Wanneer u de eenheid de beste bedieningsmodus wilt laten bepalen
Vul de watertank met water.
Aandacht
• Zorg ervoor dat de bevochtigingsfiltereenheid bevestigd is wanneer u deze werking gebruikt.
• Ververs het water in het bevochtigercompartiment en de watertank elke dag.
• Zorg ervoor om kraantjeswater te gebruiken voor het water in de watertank.
1.
Druk op
• Optimale werking zal worden uitgevoerd volgens de conditie van de kamer.
• De lamp AUTO werking (groen) licht op.
• Als
wordt ingedrukt tijdens functie AUTO, gaat de lamp die overeenkomt met de huidige bedieningsmodus gedurende ongeveer
5 seconden knipperen.
Gebruikswijze
Luchtzuivering
Bevochtigen
Modus bewaking
Over functie AUTO
De eenheid schakelt automatisch tussen luchtzuivering en
bevochtigen op basis van de kamertemperatuur en
vochtigheidscondities.
• Het luchtstroomdebiet wordt automatisch aangepast.
• Als de vochtigheid hoog is wordt luchtzuivering uitgevoerd.
• Als de lucht zuiver is en de ingestelde vochtigheid is bereikt
(tijdens bevochtigen), schakelt de modus na een tijdje
automatisch over naar modus bewaking.
• Door tijdens het gebruik op
Opmerking
• De kamertemperatuur kan dalen wanneer het bevochtigen in uitvoering is.
• Er kunnen gorgelende en spattende geluiden ontstaan wanneer het bevochtigen in uitvoering is, dit is echter normaal (geen slechte werking).
• Als de ingestelde vochtigheid is bereikt of de lamp watertoevoer gaat branden tijdens bevochtigen, zal bevochtigen stoppen, maar luchtzuivering
gaat door.
15
Ventilatieregelaar
Open de ventilatieregelaar met de
hand voor bediening.
(Wanneer de ventilatieregelaar
handmatig bediend wordt, zal deze
niet automatisch sluiten aan het einde
van de werking.)
► Pagina 12
.
Lamp MODUS
(AUTO
VENTILATOR)
(AUTO
VENTILATOR)
–
► Pagina 18
te drukken stopt de werking.
WAARSCHUWING
De eenheid niet uitschakelen door de stekker uit het stopcontact te halen.
(Dit kan brand door oververhitting of elektrocutie veroorzaken)
Als u de richting van
luchtstroom wilt wijzigen
De ventilatieregelaar kan de
luchtstroom in 3 richting
aanpassen.
HUM-lamp
–
Ofwel "
(Laag),
(Standaard),
–
Kamercondities en doelvochtigheid
100
90
80
70
60
50
40
30
0
1
Ongeveer 44°
Ongeveer 22°
(functie AUTO)
MODUS ECON.-lamp
–
–
(Hoog)"
Knipperend
60%
50%
40%
10
15
20
25
Kamertemperatuur (°C)
0°
30
► Pagina 36