energieniveau de scooter zich bevindt. De naald dient zich ver in de groene zone te
bevinden.
Klaarmaken om te rijden:
• Volg de volgende stappen voordat u op de scooter stapt.
• Zorg ervoor dat de sleutel op 'Off' staat.
• Vergrendel de rem. MERK OP: indien u probeert de scooter te starten terwijl de rem niet is
vergrendeld zal een snelle pieptoon te horen zijn. Draai de sleutel naar 'Off' en activeer de
rem en start de motor. (De rem wordt automatisch vergrendeld wanneer vooruit/achteruit
hendels vrijgegeven zijn)
• Stel de snelheid in.
• Ga in de stoel zitten.
Uit rijden gaan:
• Draai de sleutel met de klok mee. MERK OP: als de vooruit/achteruit hendels gebruikt
worden zal de scooter niet starten. Ook als de remhendel in zijn vrij staat zal een
waarschuwende pieptoon te horen zijn, en zal de scooter niet starten.
• Duw voorzichtig tegen de rechter hendel om vooruit te gaan. Oefen het naar rechts en
naar links draaien op een veilige plek. Laat de hendel langzaam los om te stoppen.
• Zorg ervoor dat de scooter volledig stilstaat voordat achteruitgegaan wordt. Wacht ook tot
de scooter volledig gestopt is voordat de voorwaartse beweging hervat wordt.
• Duw voorzichtig tegen de linkse gele hendel om achteruit te gaan. Zorg ervoor dat er geen
personen of objecten in de weg staan. Laat de hendel langzaam los om te stoppen.
Regels voor het Rijden:
14