3. Waaier de randen van het papier uit voordat u het papier in de laden plaatst. Hiermee scheidt
u vellen die eventueel aan elkaar zijn blijven vastzitten en vermindert u de kans op
papierstoringen.
Opmerking:
papierstoringen en vastgelopen papier te voorkomen.
4. Stapel het papier tegen de linkerachterhoek van de lade, zoals aangegeven.
• Plaats briefhoofdpapier en voorbedrukt papier met de beeldzijde omlaag en met de
bovenrand naar de voorzijde van de lade.
• Plaats geperforeerd papier met de gaatjes aan de linkerkant.
Opmerking:
afdrukmateriaal in de lade plaatst, kunnen er storingen optreden.
5. Sluit de lade.
P P a a p p i i e e r r p p l l a a a a t t s s e e n n i i n n l l a a d d e e 5 5
In lade 5 kunnen de meest uiteenlopende papiersoorten worden geplaatst. U kunt de lade
gebruiken voor opdrachten in kleine hoeveelheden waarvoor speciaal papier, zoals etiketten,
transparanten en enveloppen, wordt gebruikt. Het ladeverlengstuk biedt ondersteuning voor
grotere papierformaten.
Opmerking:
• Gebruik lade 5 voor zware papiersoorten (257-280 g/m²).
• Voor hogere afdruksnelheden plaatst u papier van 320 mm (12,6 inch) of korter met de
lange kant eerst in de printer.
• Papier dat langer is dan 320 mm (12,6 inch) plaatst u met de korte kant eerst in de
printer.
• Zie
Etiketten in lade 5 plaatsen
Haal het papier pas uit de verpakking als dit echt nodig is, om
Het papier mag niet boven de maximale vullijn uitkomen. Als u te veel
om etiketten te plaatsen.
Xerox
®
Papier en ander afdrukmateriaal
AltaLink
C80XX-serie multifunctionele printer
®
Handleiding voor de gebruiker
187