gekozen programma is voltooid. Het display
geeft ook aan of er zich een storing met uw
machine heeft voorgedaan.
6. GEBRUIK VAN UW
WASMACHINE
6.1 Uw wasgoed voorbereiden
1
3
5
7
1. Volg de instructies op de waslabels op
de kleding.
• Scheid uw wasgoed op soort
(katoen, synthetisch, fijn, wol, enz.),
wastemperatuur (koud, 30°, 40°,
60°, 90°) en vuilgraad (licht vervuild,
vervuild, zwaar vervuild).
2. Was bont en wit wasgoed nooit samen.
• Donker textiel kan overtollige
kleurstoffen bevatten en moet meerdere
malen apart worden gewassen.
3. Zorg dat er geen metalen materialen
aan uw wasgoed of in de zakken zit;
verwijder deze.
LET OP:
ontstaan door vreemde materialen die uw
machine beschadigen vallen niet onder de
garantie.
2
4
6
Storingen die
4. Sluit ritssluitingen en sluit eventuele
haken en ogen.
5. Verwijder de metalen of kunststoffen
haken uit gordijnen of was ze in een
wasnet.
6. Keer textiel zoals broeken, truien,
t-shirts en sweaters binnenstebuiten.
7. Was sokken, zakdoeken en andere
kleine artikelen in een wasnet.
Mag worden
gebleekt
Maximale
strijktemperatuur
150 °C
Mag chemisch
worden
gereinigd
Druipdroog
F
Chemisch
reinigen met
gasolie, zuivere
alcohol en R113
is toegestaan
6.2 Plaatsen van wasgoed in de machine
• Open de machinedeur.
• Verdeel het wasgoed gelijkmatig over
de machine.
OPMERKING:
NL - 17
Normaal
Niet bleken
wassen
Maximale
strijktemperatuur
Niet strijken
200 °C
Plat drogen
Niet chemisch
reinigen
Niet in de
Hangend
droogkast
drogen
drogen
P
Perchloorethyleen
Perchloorethyleen
R11, R113,
R11, R13,
Petroleum
Overschrijd
A
gasolie