Voordat u de misthoorn kunt gebruiken, moet u een
megafoonhoorn (optioneel) installeren op het dek of de toren
van uw boot. Zie voor meer informatie de installatie-instructies
bij de VHF 315-serie.
De misthoorn is onderdeel van het PA-systeem (Public Address)
van de marifoon. U kunt de misthoorn laten klinken via een
megafoonhoorn of een externe luidspreker. De marifoon kan de
misthoorn automatisch laten afgaan met standaardpatronen. U
kunt de misthoorn ook handmatig bedienen. Als u de misthoorn
handmatig bedient, kunt u geluiden die de misthoorn heeft
opgevangen beluisteren via de luidspreker van de marifoon.
De misthoorn automatisch laten afgaan
1
Selecteer PA > FOG > AUTO.
2
Selecteer een type misthoorn.
De marifoon schakelt tussen het uitzenden van
geluidssignalen in een vast patroon en het ontvangen van
signalen van andere marifoons.
3
Draai de knop ENTER om het volume van de hoorn in te
stellen (optioneel).
De misthoorn handmatig laten afgaan
OPMERKING: Als u de hoorn handmatig bedient, ontvangt de
marifoon geen signalen tussen uitgezonden hoornsignalen door.
1
Selecteer PA > FOG > MANUAL.
Geluiden worden via de hoorn ontvangen en zijn via de
marifoonluidspreker te beluisteren.
2
Houd PTT ingedrukt.
OPMERKING: De hoorn stopt met signalen uitzenden als u
PTT loslaat.
3
Draai de knop ENTER om het volume van de hoorn in te
stellen (optioneel).
De geluidsfrequentie van de misthoorn afstellen
U kunt de geluidsfrequentie van de misthoorn verhogen of
verlagen. De hoogte van de toon stijgt bij een verhoging van de
frequentie en daalt bij een verlaging van de frequentie. De
minimale instelling is 200 Hz en de maximale instelling is 850
Hz. De standaardinstelling is 350 Hz. Er zijn regels voor de
juiste frequentie van misthoorns. Deze is afhankelijk van de
grootte van uw vaartuig.
1
Selecteer MENU > SYSTEM > FOG FREQUENCY.
2
Draai de knop ENTER om de frequentie af te stellen in
stappen van 50 Hz.
3
Selecteer ACCEPT.
Tekst invoeren
Mogelijk moet u een naam, een nummer of een andere tekst
invoeren in de marifoon.
1
Draai in een nummer- of tekstveld de knop ENTER om het
nummer, de letter of het teken te wijzigen.
2
Druk op de knop ENTER om het nummer, de letter of het
teken te accepteren en naar de volgende positie in de reeks
te gaan.
3
Herhaal deze procedure voor elk nummer, elke letter of elk
teken.
OPMERKING: U kunt
het vorige invoerveld in de reeks.
4
Selecteer ACCEPT.
NOAA
-weeruitzendingen en -
®
waarschuwingen
OPMERKING: Deze functie is niet op alle marifoonmodellen
beschikbaar.
4
selecteren om terug te keren naar
NOAA-weeruitzendingen via de weerkanalen (WX) zijn alleen
beschikbaar in de VS en bepaalde delen van Canada.
Compatibele marifoonmodellen zijn geprogrammeerd met 10
WX-kanalen om weeruitzendingen van de National Oceanic and
Atmospheric Organization (NOAA) in de gaten te houden. WX-
kanalen zijn alleen te beluisteren, zenden continu uit en worden
regelmatig bijgewerkt. NOAA-weersinformatie is regionaal en
relevant voor uw ontvangstgebied.
Afstemmen op weerkanalen
1
Druk in het startscherm op de knop ENTER.
WX wordt op het scherm weergegeven.
2
Draai de knop ENTER om een ander weerkanaal te kiezen.
Weerwaarschuwingen in- en uitschakelen
U kunt weerwaarschuwingen (WX) inschakelen als u
standaardmarifoonkanalen gebruikt.
1
Selecteer bij het afstemmen op weerkanalen ALERT om
weerwaarschuwingen in of uit te schakelen.
Met
wordt aangegeven dat weerwaarschuwingen zijn
ingeschakeld.
2
Selecteer EXIT.
De marifoon werkt weer normaal, maar blijft letten op
weerwaarschuwingen.
Digital Selective Calling (DSC)
Digital Selective Calling (DSC)
OPMERKING: Voordat u DSC-functies kunt gebruiken, moet u
een MMSI- nummer (Mobile Marine Safety Identity) invoeren
(Uw MMSI-nummer invoeren, pagina
identificeert elke DSC-marifoon, net als een telefoonnummer.
DSC (Digital Selective Calling) is een belangrijk onderdeel van
het GMDSS (Global Maritime Distress and Safety System). Met
DSC kunnen VHF-marifoons rechtstreeks digitale oproepen
verzenden naar en ontvangen van andere vaartuigen en
stations langs de kust, inclusief de Amerikaanse en Canadese
kustwacht. De marifoon beschikt over volledige DSC-
functionaliteit van klasse D.
Als u een GPS-toestel op de zendontvanger aansluit, worden
uw lengtegraad, breedtegraad en de huidige tijd verzonden als u
een noodoproep of een ander type DSC-oproep plaatst. Als u
uw positiegegevens handmatig invoert, worden uw lengtegraad,
breedtegraad en tijd van invoer verzonden met de oproep. Als
uw locatiegegevens automatisch worden verzonden, is hulp in
noodgevallen sneller ter plaatse.
Kanaal 70 is gereserveerd voor DSC-oproepen en uw toestel
gebruikt een speciale ontvanger voor continue bewaking van
kanaal 70. U hoeft het kanaal niet te wijzigen om een DSC-
oproep te plaatsen. Uw toestel schakelt automatisch over op
kanaal 70 om een DSC-oproep te verzenden. Het verzenden
van de DSC-gegevens via kanaal 70 neemt minder dan één
seconde in beslag, waarna wordt afgestemd op een geschikt
kanaal voor spraakcommunicatie.
wordt weergegeven op het toestelscherm in geval van een
inkomende of gemiste DSC-oproep.
OPMERKING: Het toestel schakelt DSC automatisch uit als u
ATIS
(Automatic Transmitter Identification System, pagina
inschakelt.
Uw MMSI-nummer invoeren
U kunt uw MMSI-nummer slechts één keer invoeren. Als u uw
MMSI-nummer moet wijzigen nadat u het hebt ingevoerd, moet
NOAA
4). Een MMSI-nummer
LET OP
-weeruitzendingen en -waarschuwingen
®
9)