De bevestiging verwijderen
10-1 (Fig. 22) Zet de hoofdschakelaar (e) op
"OFF" en verwijder de accu (5) uit de
handgreephouder.
10-2 (Fig. 36) Schroef de zilverkleurige bout (w)
die de bevestiging vastzet, los en verwijder
deze. Trek de bevestiging na verwijdering
diagonaal naar beneden (Fig. 36.2) en
schuif deze van de apparaatarm af totdat de
bevestiging volledig is verwijderd.
De bevestiging installeren
10-3 (Fig. 22) Zet de hoofdschakelaar (e) op
"OFF" en verwijder de accu (5) uit de
handgreephouder.
10-4 (Fig. 37) Plaats de bevestiging diagonaal op
de apparaatarm en schuif deze volledig
naar achteren. (Fig. 37.1)
10-5 (Fig. 37) Lijn beide gaten van de
bevestiging en de apparaatarm uit. Steek
de bout (w) erdoor en draai deze stevig
vast. (Fig. 37.2)
Aanhaalmoment: 1,25 Nm (125 cNm)
(11,1 lbfin).
LET OP
Als de installatie en het aanhalen van de bout
niet voltooid zijn, kan de bevestiging tijdens
het gebruik losraken.
12.OPSLAG EN ONDERHOUD
Sla het apparaat niet in een koude omgeving op.
Bewaar het apparaat in een warme ruimte.
Bewaar het apparaat op een warme en droge
plaats als het niet gebruikt wordt. Buiten bereik
van kinderen houden.
BINDDRAADSPOEL VERWIJDEREN
Als de binddraad op is, verwijder dan de spoel uit
het apparaat.
OPSLAG VAN HET APPARAAT
Als het binden klaar is of het apparaat enige tijd
niet wordt gebruikt, zet u de hoofdschakelaar
(Fig. 1.e) op "OFF" en verwijdert u de accu
(Fig. 1.5). Bewaar het apparaat en de
toebehoren op een goed geventileerde plaats met
een maximum omgevingstemperatuur van 40°C
(104°F).
De accu met de beschermkap (Fig. 2.k) erop om
kortsluiting te voorkomen, dient te worden
bewaard op een goed geventileerde plaats met
een maximum omgevingstemperatuur van 30°C
(86°F).
ONDERHOUD
Blaas geen lucht rond de toevoertandwielen
(Fig. 1.h) en haken (Fig. 1.f).
Stof kan in de machine komen en storingen
veroorzaken.
Wanneer u herhaaldelijk drie korte piepjes hoort,
stoft u de zijkanten van de sensors (Fig. 38.p)
en de bovenkant van de lenzen (Fig. 38.q)
voorzichtig af met een zachte doek of een
wattenstaafje.
Veeg het apparaat met een zachte droge doek
af.
Gebruik geen natte doek of vluchtige stoffen,
zoals thinner of benzine.
Smeer de apparatuur niet.
Deze apparatuur mag absoluut niet worden
gesmeerd.
Als u het smeert, verwijdert u het vet binnenin
het apparaat, wat voor problemen zorgt.
19