Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Zonnecircuit; Zonnepomp; Waarde Aflezen, Zonneopbrengstvoeler; Zonnecircuit, Doorstromingshoeveelheid Instellen - Vaillant multiMATIC VRC 700/6 Installatiehandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor multiMATIC VRC 700/6:
Inhoudsopgave

Advertenties

Met deze functie kunt u de werkelijke temperatuur in het
onderste gedeelte in het warmwaterdeel van de buffer-
tank aflezen.
7.10.5 Boilertemperatuur boven voor verwarmen in
de buffertank aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Buf-
fertank ----] → Temp.sens. verw., bo.
Met deze functie kunt u de werkelijke temperatuur in het
bovenste gedeelte in het verwarmingsdeel van de buffer-
tank aflezen.
7.10.6 Boilertemperatuur beneden voor verwarmen
in de buffertank aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Buf-
fertank ----] → Temp.sens verw., ben
Met deze functie kunt u de werkelijke temperatuur in het
onderste gedeelte in het verwarmingsdeel van de buffer-
tank aflezen.
7.10.7 Max. gewenste aanvoertemperatuur in de
buffertank instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie [Buf-
fertank ----] → max. aanv.streeft.. WW
Met deze functie kunt u de maximale gewenste aanvoer-
temperatuur van de buffertank voor de tapwatermodule
instellen. De in te stellen max. gewenste aanvoertem-
peratuur moet lager zijn dan de max. aanvoertempera-
tuur van de warmteopwekker. Zolang de gewenste tem-
peratuur van de boiler niet bereikt is, geeft de systeem-
thermostaat de warmteopwekker niet vrij voor de verwar-
mingsmodus.
In de installatiehandleiding van de warmteopwekker vindt u
de maximale gewenste aanvoertemperatuur, die de warmte-
opwekker kan bereiken.
Bij te laag ingestelde max. gewenste aanvoertemperatuur
kan de tapwatermodule niet de gewenste temperatuur van
de boiler beschikbaar stellen.
7.11

Zonnecircuit

7.11.1 Collectortemperatuur aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Zonnecircuit ----] → Collectortemperatuur
Met deze functie kunt u de actuele temperatuur aan de
collectortemperatuurvoeler aflezen.
7.11.2 Status van de zonnepomp aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Zonnecircuit ----] → Status zonnepomp
Met deze functie kunt u de actuele status van de zonne-
pomp (aan, uit) aflezen.
7.11.3 Looptijd van de zonnepomp aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Zonnecircuit ----] → Looptijd zonnepomp
Met deze functie kunt u de gemeten bedrijfsuren van de
zonnepomp sinds de ingebruikneming of sinds de laatste
reset aflezen.
0020262588_01 Installatiehandleiding
7.11.4 Looptijd van de zonnepomp resetten
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Zonnecircuit ----] → Looptijd resetten
Met deze functie kunt u de opgetelde bedrijfsuren van de
zonnepomp op nul zetten.
7.11.5 Waarde van de zonneopbrengstvoeler
aflezen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Zonnecircuit ----] → Zonneopbr.voel.
Met deze functie kunt u de actuele waarde van de zonne-
opbrengstvoeler aflezen.
7.11.6 Doorstromingshoeveelheid zonnecircuit
instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Zonnecircuit ----] → Doorstr.hoev. z.syst.
In deze functie voert u de waarde van de volumestroom
in. Deze waarde dient voor de berekening van de zonne-
opbrengst.
Als in de CV-installatie een VMS 70 geïnstalleerd is, dan le-
vert de VMS 70 de waarde van de volumestroom. De sys-
teemthermostaat negeert de ingevoerde waarde in deze
functie.
7.11.7 Zonnepompkick activeren
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Zonnecircuit ----] → Zonnepompkick
Met de functie kunt u een pompkick voor de zonnepomp
activeren om de temperatuurregistratie van de collector-
temperatuur te versnellen.
Afhankelijk van het type komt het bij sommige collectoren
tot een tijdsvertraging bij het bepalen van de meetwaarde
voor de temperatuurregistratie. Met de functie Zonnepomp-
kick kunt u de tijdsvertraging verkorten. Bij een geactiveerde
functie wordt de zonnepomp gedurende 15 s ingeschakeld
(zonnepompkick) als de temperatuur op de collectorvoeler
met 2 K/uur gestegen is. Daardoor wordt de verwarmde col-
lectorvloeistof sneller naar het meetpunt getransporteerd.
7.11.8 Zonnecircuitbeveiliging instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Zonnecircuit ----] → Zonnecircuitbev.f.
Met de functie kunt u een temperatuurgrens voor de ge-
meten collectortemperatuur in het zonnecircuit vastleg-
gen.
Als de voorhanden zonnewarmte-energie de actuele warm-
tevraag (bijv. alle boilers volledig geladen) overstijgt, dan kan
de temperatuur in het collectorveld sterk stijgen. Wordt de
ingestelde veiligheidstemperatuur aan de collectortempera-
tuurvoeler overschreden, dan wordt de zonnepomp ter be-
scherming van het zonnecircuit (pomp, ventielen etc.) tegen
oververhitting uitgeschakeld. Na het afkoelen (35 K-hystere-
se) wordt de zonnepomp opnieuw ingeschakeld.
7.11.9 Minimale collectortemperatuur instellen
Menu → Installateurniveau → Systeemconfiguratie → [
Zonnecircuit ----] → Min. collectortemp.
Met de functie kunt de minimale collectortemperatuur
instellen.
19

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave