1 Veiligheid
▶ Hang geen lasten aan de buizen (bijv. kle-
ding).
1.3.5 Gevaar door veranderingen in de
productomgeving
▶ Als er veranderingen in de omgeving van
het product de bedrijfszekerheid van het
systeem kunnen beïnvloeden, breng dan
geen veranderingen aan:
– aan het product
– aan de toevoerleidingen voor gas, verbran-
dingslucht, water en spanning
– aan de afvoerleiding en aan de veiligheids-
klep voor het verwarmingswater
– aan de bouwsubstantie
1.3.6 Materiële schade door te hard water
Te hard water kan de goede werking van het
systeem in gevaar brengen en in korte tijd tot
schade leiden.
▶ Informeer bij de plaatselijke watermaat-
schappij naar de hardheidsgraad van het
water.
▶ Richt u bij de beslissing of het gebruikte
water onthard moet worden volgens de
richtlijn VDI 2035.
▶ Lees in de installatie- en onderhoudshand-
leidingen van de toestellen, waaruit het
systeem bestaat, welke kwaliteiten het ge-
bruikte water moet hebben.
1.4
Voorschriften
1.4.1 Voorschriften (richtlijnen, wetten,
normen)
Geldt voor: België
Houdt u er rekening mee de nationale regel-
geving, normen, richtlijnen en wetgeving.
Geldt voor: Nederland
Bij de opstelling, installatie en het gebruik van
de bufferboiler dienen in het bijzonder de vol-
gende plaatselijke voorschriften, bepalingen,
regels en richtlijnen:
– voor de elektrische aansluiting
– van de exploitanten van het elektriciteits-
net
– van de watervoorzieningsmaatschappijen
– voor het gebruik van aardwarmte
4
– voor het integreren van warmtebron- en
cv-installaties
– voor de energiebesparing
– voor de hygiëne
in acht te worden genomen.
Installatie- en onderhoudshandleiding Buffervat allSTOR 0020160750_01