12 Buffervatsysteem allSTOR
In dit hoofdstuk is bij wijze van voorbeeld beschreven hoe
het buffervat allSTOR in verschillende systemen ingebouwd
kan worden.
Gevaar!
Levensgevaar door ondeskundige instal-
latie van het systeem
Een ondeskundig geïnstalleerd systeem kan
zowel lichamelijk letsel als materiële schade
veroorzaken.
▶
Plan het systeem volgens de voorschrif-
ten van het land waarin het geïnstalleerd
moet worden.
▶
Vraag de planningsinformatie van de firma Vaillant aan.
12.1
Systeembeschrijving
Het buffervatsysteem allSTOR is inzetbaar voor het gebruik
van:
–
CV-installaties met warmwaterbereiding
–
Zuivere CV-installaties (zonder warmwaterbereiding)
–
Zuivere warmwaterinstallaties (zonder verwarming)
Telkens met of zonder zonneondersteuning.
Het buffervatsysteem allSTOR bestaat uit een buffervat
VPS/3 en minstens een bijkomend component. De volgende
buffervaten en componenten zijn beschikbaar:
–
Buffervat
–
VPS 300/3
–
VPS 500/3
–
VPS 800/3
–
VPS 1000/3
–
VPS 1500/3
–
VPS 2000/3
–
Zonnelaadstation VPM 20/2 S of VPM 60/2 S
–
Drinkwaterstation VPM 20/25/2 W, VPM 30/35/2 W of
VPM 40/45/2 W, telkens met of zonder circulatiepomp
12.2
Systeem dimensioneren
▶
Zorg ervoor dat het systeem volgens de regels van de
techniek en de geldende planningsnormen gepland werd.
▶
Neem de planningsinformatie van de te integreren toe-
stellen in acht.
▶
Neem de hydraulische voorbeeldschema's in acht, zie
hoofdstuk "Hydraulische schema's".
▶
Neem bij de aan de behoeften aanpaste dimensionering
de volgende punten in acht:
Buffervat VPS/3
–
Warmwaterbehoefte (afgestemd op drinkwaterstation
VPM/2 W)
–
Verwarmingsbehoefte
–
CV-keteltype (looptijd, overbruggingstijd)
–
Bevoorradingstijd zonnesysteem
Drinkwaterstation VPM/2 W
–
Warmwaterbehoefte, is afhankelijk van:
0020160750_01 Buffervat allSTOR Installatie- en onderhoudshandleiding
Buffervatsysteem allSTOR 12
–
Aantal personen
–
Toepassing
–
Gelijktijdigheid
–
Buffervatvolume
Zonnelaadstation VPM/2 S
–
Collectortype
–
Collectoroppervlak
–
Collectorafstelling
Verwarmingsexpansievat
–
Installatievolume (incl. buffervat)
–
Installatiehoogte resp. voordrukexpansievat
–
Watervoorraad
Zonne-expansievat
–
Installatievolume zonnesysteem
–
Installatiehoogte resp. voordrukexpansievat
CV-ketels
–
Warmtebehoefte van het gebouw rekening houdende
met de zonneopbrengst
–
Technologieën:
–
Olieketels/HR-olieketels
–
Gasketels/HR-gasketels/gasverwarmingstoestellen
–
Pellet-CV-ketels
–
Warmtepompen (water, brijn, lucht)
Circulatiepomp
–
Aansturing
–
Opvoerhoogte
–
Volumestroom
eBUS-leidingen
–
Leidingdoorsnede: minstens 0,75 mm
–
Meer informatie: zie Installatiehandleiding zonnesys-
teemregelaar VRS 620/3
Aansluitings- en laagspanningsleidingen
–
Informatie over aansluitings- en laagspanningsleidingen:
zie Installatiehandleidingen van de toestellen
Buisleidingen van het zonnecircuit
–
Edelstalen flexibele buisleidingen of
–
Koperen buizen:
–
hard gesoldeerd of
–
met voor zonnesysteem geschikte persfittin-
gen/afdichtingen
–
geen kunststofbuizen
–
gelijkmatige volumestroom met nominale doorstromings-
hoeveelheid
–
voldoende geïsoleerd
–
hittebestendig tot 140°C
–
vogelpikveilig
–
resistent tegen UV-licht
–
Diameter: zie hoofdstuk buisdiameter in installatie- en
onderhoudshandleiding zonnelaadstation
CV-circuits
–
Willekeurig aantal CV-circuits mogelijk (afhankelijk van
thermostaat)
–
CV-circuittypes:
–
Statische verwarmingsoppervlakken:
2
15