Na plm. 5-10 minuten brandt het aanmaakhout 'zelfstandig', doe dan de deur dicht.
Na plm. 20-30 minuten als ook de grotere houtblokken volledig branden, (de brandkamer
moet vol vuur zijn!) kan luchtschuif in de stookstand gezet worden, door de
luchttoevoerschuif geheel in te drukken. Een mooi rustig vlammenbeeld is een goede
indicatie van een optimale afstelling.
Als de vlammen te ver 'wegzakken' of doven dan is de temperatuur in de brandkamer niet
hoog genoeg. Heeft u voldoende hout in de kachel...?
Trek de luchtschuif weer helemaal open en wacht tot de kachel écht heet is en zet de
luchtschuif weer in de stookstand.
☛ Het aansteken van de kachel volgens het principe van 'de Zwitserse methode', waarbij je het
vuur van bovenaf op gang brengt, heeft niet de voorkeur. Het verbrandingssysteem van een
JAcobus is dermate innovatief dat deze manier van aansteken geen voordelen oplevert.
4.4 Stoken
De houtkachel moet weer met hout worden bijgevuld indien u voelt dat de temperatuur in de
woonkamer te laag is/wordt en er nog slechts wat gloeiende houtskoolresten in de brandkamer
over zijn.
☛ Open de deur en verdeel de gloeiende houtskoolresten over de bodem van de brandkamer met
een daarvoor geschikte pook.
☛ Leg minimaal 3-4 blokken hout op het gloeiende vuurbed.
☛ Indien de temperatuur van het vuurbed (te) laag is dan dient u wat kleinere aanmaakhoutjes
tezamen mét (!) de grote blokken op het smeulende vuurbed te leggen.
☛ Trek de luchttoevoer volledig naar u toe.
☛ Wacht (10-15 minuten) tot het vuur zich weer volop rondom alle blokken heeft gevormd en doe
dan de luchttoevoer pas weer in de stookstand.
☛ Wilt u stoppen met stoken en er is niet zo veel onverbrand hout meer in de kachel? Trek dan de
luchttoevoer helemaal naar u toe. De kachel brandt dan mooi schoon leeg.
☛ Wilt u doorstoken als er nog veel onverbrand hout in de kachel aanwezig is? Zet dan de
luchttoevoer in de stookstand en de kachel zal rustig uitbranden.
☛
Bij het regelen van de kachel met de luchttoevoerschuif is het van belang dat er geen onvolledige
verbranding ontstaat. Een onvolledige verbranding ontstaat als er te weinig verbrandingslucht
wordt toegevoerd doordat de luchttoevoerregelaar te veel of te vroeg worden afgesloten.
Een onvolledige verbranding kunt u signaleren door:
•
een toename van rookontwikkeling in de brandkamer
•
grijze of zwarte rook uit de uitmonding van het rookkanaal
•
het doven van het vuur
•
condensvorming op het ruit
•
roetafzetting op de ruit en/of wanden in de brandkamer van de kachel
☛
Voorkom een onvolledige verbranding door de luchttoevoer schuif juist te gebruiken.
4.5 As
Bij het stoken van hout ontstaat as. De as zorgt voor een isolerende laag in uw kachel. Hierdoor
neemt de verbrandingstemperatuur toe en verbetert het verbrandingsproces. Verder beschermt
een aslaag de stookbodem. U dient deze aslaag dan ook te laten liggen. Als de aslaag dermate hoog
is dat het via de deuropening uit de kachel valt schep dan ongeveer de helft van de as uit de kachel.
2023-V3_KWADRAAT
30 juni 2023
27