Automatisch ontdooien
Is de ruimtetemperatuur lager dan 15 °C, bevriest de
warmtewisselaar tijdens het ontvochtigen. Het apparaat voert
vervolgens een automatische ontdooiing uit. De duur van het
ontdooien kan variëren, afhankelijk van de ruimtetemperatuur.
Bij lagere temperaturen duurt dit proces langer.
Buiten gebruik stellen
Waarschuwing voor elektrische spanning
Raak de netstekker niet aan met vochtige of natte
handen.
• De netstekker van het netsnoer uit het stopcontact trekken
door de stekker vast te pakken.
• Verwijder de restvloeistof uit de condensafvoerslang.
• Reinig het apparaat volgens het hoofdstuk onderhoud.
• Het apparaat opslaan volgens het hoofdstuk transport en
opslag.
NL
Defecten en storingen
Het apparaat is tijdens de productie meerdere keren op een
goede werking getest. Mochten er desondanks storingen
ontstaan, controleer het apparaat dan op basis van de volgende
lijst.
Het apparaat start niet:
• Controleer de netaansluiting.
• Controleer het netsnoer op beschadigingen.
• Controleer de afzekering van de gebouwinstallatie.
• Controleer de vooringestelde luchtvochtigheid bij de
draairegelaar van de hygrostaat. De luchtvochtigheid in de
opstelruimte moet boven het gekozen bereik liggen.
Verlaag de vooringestelde, gewenste luchtvochtigheid.
• Laat een elektrische controle uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf op het gebied van koel- en
koudetechniek of door Trotec.
Het apparaat werkt, maar er is geen condensvorming:
• Controleer of het condensafvoerslang goed vastzit.
• Controleer de ruimtetemperatuur. Houd rekening met het
toegestane werkbereik van het apparaat volgens de
technische gegevens.
• Controleer of de relatieve luchtvochtigheid overeenkomt
met de technische gegevens.
• Controleer de vooringestelde luchtvochtigheid bij de
draairegelaar van de hygrostaat. De luchtvochtigheid in de
opstelruimte moet boven het gekozen bereik liggen.
Verlaag de vooringestelde, gewenste luchtvochtigheid.
Het apparaat maakt herrie, resp. trilt:
• Controleer of het apparaat waterpas is gemonteerd.
• Controleer het inwendige van het apparaat op vervuilingen.
Reinig het apparaat indien nodig inwendig.
Het apparaat wordt zeer heet, maakt herrie, resp. verliest
capaciteit:
• Controleer de luchtinlaten op vervuilingen. Verwijder
uitwendige vervuilingen.
• Controleer het inwendige van het apparaat op vervuilingen.
Reinig het apparaat indien nodig inwendig.
Werkt uw apparaat na deze controles nog niet
probleemloos?
Neem contact op met de klantenservice. Breng het apparaat
indien nodig voor reparatie naar een gespecialiseerd bedrijf op
het gebied van koel- en koudetechniek of naar Trotec.
luchtontvochtiger DH 15 / DH 30 / DH 60
11