Display
Foutmelding
L-16
Rookgas
temperatuurfout
L-17 tot
Interne fout
19
L-20
Vlamfout
L-21
Vlamfout
L-22
Vlamfout
L-25
Sensorfout
L-26
Sensorfout
L-27 tot
Interne fout
31
L-32
Sensorfout
L-33 tot
Interne fout
38
L-42
Rookgas
temperatuurfout
L-43
Oververhitting
9.2. Tijdelijke fouten
De onderstaande tabel beschrijft de tijdelijke fouten die
kunnen optreden. Deze verdwijnen automatisch nadat de
oorzaak is verholpen.
Display
Foutmelding
E-00 tot 04
Interne fout
E-05
Oververhitting
E-06 tot 13
Interne fout
E-14
Vlamfout
E-15 tot 19
Interne fout
en 22
E-20 en 21
Fout sensor
warmtewisselaar
E-23 en 24
Rookgassensor-
fout
E-27 en 28
Fout sensor
warmtewisselaar
E-30 en 31
Rookgassensor-
fout
E-34
Reset knop fout
E-36
Oververhitting
E-38 en 39
Fout sensor
warmtewisselaar
E-47 en 48
Fout sensor
warmtewisselaar
26
Beschrijving
Casus #
De rookgassensor is
3
oververhit
Interne fout
13
Vlam gedetecteerd na het
15
sluiten van de gasklep
Vlam gedetecteerd
16
voordat de gasklep werd
geopend.
Vlamuitval tijdens het
5
branden
Temperatuur sensor
4
warmtewisselaar fout
Rookgassensor fout
4
Interne fout
13
Temperatuur sensor
4
warmtewisselaar fout
Interne fout
13
Te vaak een
3
rookgastemperatuurfout
Warmtewisselaar
3
temperatuursensor is te
vaak oververhit
Beschrijving
Casus #
Interne fout
13
Warmtewisselaar sensor is
3
oververhit
Interne fout
13
Vlam gedetecteerd
16
wanneer er geen zou
moeten zijn
Interne fout
13
Warmtewisselaar sensor
4
niet gedetecteerd
Rookgassensor niet
4
gedetecteerd
Kortsluiting
4
warmewisselaarsensor
Kortsluiting rookgassensor 4
Te veel reset acties in
9
korte tijd
Warmtewisselaar sensor is
3
oververhit
Warmtewisselaar sensor
4
niet gedetecteerd
Kortsluiting sensor
4
warmtewisselaar
Display
Foutmelding
E-49 tot 64
Interne fout
E-65
Spanning te laag Voedingsspanning is te
E-66
Spanning te
hoog
E-67
Drukschakelaar
fout
E-68
Rookgas
temperatuurfout
E-69
Configuratiefout
9.3. Waarschuwingen
De onderstaande tabel beschrijft de tijdelijke
waarschuwingen die kunnen optreden. Het toestel blijft
functioneren of stopt totdat de oorzaak is verholpen.
Display
Foutmelding
A-02
Configuratiefout
A-07
Oververhitting
A-08
Oververhitting
9.4. Instructies
Nadat u het probleem hebt geïdentificeerd, gebruikt u het
casenummer om de mogelijke oorzaak in deze alinea te
vinden.
Casus 1: Vlam brandt slechts 5 seconden na ontsteking
•
De vlam wordt niet gedetecteerd:
– Controleer de ontstekings- / ionisatiekabel en
de elektrode. De kabel moet een weerstand
van 1 kΩ hebben.
•
De luchtverwarmer is niet goed geaard.
•
De printplaat is defect.
Casus 2: Geen vlam na ontsteking.
•
Er is niet genoeg gastoevoerdruk.
•
Het gas/lucht mengsel is te arm:
– Stel de gasklep af (zie §8.1.).
•
De gasklep gaat niet open:
– Controleer tijdens het ontsteken of er 230 V
op de gasklep staat.
•
Controleer of de ontstekingselektrode vonkt. Als
deze niet vonkt:
– Controleer de kabel en elektrode en vervang
deze als ze beschadigd zijn.
– Controleer de branderautomaat en vervang
deze wanneer deze geen vonk afgeeft.
Beschrijving
Casus #
Interne fout
13
laag voor meer dan 1
minuut
Voedingsspanning is te
hoog voor meer dan 1
minuut
Te vaak een
11
drukschakelaar fout
De rookgassensor is
3
oververhit
Toestelconfiguratiefout
19
Beschrijving
Casus #
Toestelconfiguratiefout
19
Warmtewisselaar
3
temperatuursensor is
oververhit
De
3
rookgastemperatuursensor
is oververhit