Aanwezigheidsmelderopzetstuk 'Komfort'
GIRA
Info
Gebruiksaanwijzing
Bedrijfsstand aanwezigheidsmelding
In de bedrijfsstand aanwezigheidsmelding registreert
het toestel de aanwezigheid van een persoon en ver-
zendt bij detectie een geparametriseerd radiogram,
wanneer de gemeten helderheidswaarde beneden
het ingestelde schemerniveau ligt.
Zodra geen aanwezigheid meer herkend wordt en de
ingestelde zendvertragingstijd afgelopen is of het in-
gestelde schemerniveau gedurende minimaal 10 mi-
nuten met een dubbele waarde overschreden werd,
zendt de aanwezigheidsmelder bij beëindiging van de
detectie het geparametriseerde radiogram na afloop
van een ingestelde zendvertragingstijd.
Het functionaliteitsverschil ten opzichte van de be-
drijfsstand plafonddetectie is gelegen in de verwer-
king ...
a) van het bewegingssignaal
In tegenstelling tot de detectorfunctie leiden pas
meerdere achter elkaar optredende bewegingsimpul-
sen tot herkenning van iemands aanwezigheid (pre-
sentie).
Meldstand (alleen 'Komfort'-versie)
In deze bedrijfsstand met de functie ‚melden' detec-
teert het toestel helderheidsonafhankelijk bewegings-
impulsen en telt deze aan de hand van een impuls-
teller.
Wanneer binnen een vastgelegde tijd (standaard-
waarde: 10 seconden ) minimaal het vastgelegde
aantal impulsen (standaardwaarde: 4 impulsen) ge-
teld worden, wordt het bij aanvang van de detectie ge-
parametriseerde radiogram verzonden.
Wanneer niet langer bewegingsimpulsen gedetec-
teerd worden, zendt de aanwezigheidsmelder na
afloop van de standaard zendvertraging van 10s het
geparametriseerde radiogram aan het eind van de
detectie.
Montage
De aanwezigheidsmelder wordt samen met een In-
stabus buskoppeling uitsluitend aan plafonds gemon-
teerd. Aanwijzingen omtrent montage en installatie
van een buskoppeling vindt u in de technische docu-
mentatie van dit product.
Aanwezigheidsmelderopzetstuk 'Komfort'
b) van het helderheidssignaal
Het als schemerniveau evalueerbare en instelbare
helderheidsgebied is groter dan bij de bedrijfsstand
plafonddetectie.
Pas na overschrijding van de dubbele waarde van het
ingestelde schemerniveau (uitschakelhelderheid)
wordt, ook bij iemands aanwezigheid, bij beëindiging
van de detectie na ca. 10 minuten het geparametrise-
erde radiogram verzonden.
Deze uitschakelhelderheid kan via een correctiefactor
in de parameters worden gewijzigd.
c) van het bewegings- en helderheidssignaal
(gecombineerde evaluatie)
De verlichting wordt ingeschakeld, wanneer iemand
aanwezig is en gelijktijdig de helderheidswaarde het
ingestelde schemerniveau onderschrijdt.
De verlichting wordt uitgeschakeld, wanneer niemand
aanwezig is of wanneer er zonder verlichting nog vol-
doende licht is.
In de meldstand werkt de aanwezigheidsmelder
'Komfort' altijd als niet-verbonden toestel.
Overige productkenmerken:
• Alarmfunctie:
Bij het lostrekken van de aanwezigheidsmelder
kan een geparametriseerd radiogram worden ver-
zonden.
• Teach-in functie:
Wijziging van de inschakeldrempel van de sche-
merfase is via een radiogram mogelijk.
Een precieze beschrijving van de functionaliteit vindt
u in de Instabus documentatie bij deze producten.
Aanwezigheidsmelder opsteken, daarbij niet op de
lens drukken. Het elektrisch contact geschiedt via de
gebruikersinterface (AST).
10/05
Blz: 3 van 8