Omschakelen van het meetbereik Hi/Lo
De geluidsniveaumeter beschikt over twee elkaar overlappende meetbereiken. Het
lage Lo-bereik is van 30 tot 100 dB, het hogere Hi-bereik van 60 tot 130 dB.
Als er een van deze bereiken onder- of overschreden wordt, verschijnt "OVER" op
het display. Schakel dan over in het hogere/ lagere meetbereik.
Voor het omschakelen drukt u op de toets "Hi/Lo".
Tijdbepaling FAST/LOW
Het signaal kan met twee verschillende meetintervallen gemeten worden.
Voor een geluidsniveau dat snel verandert (claxon, schot enz.) moet de tijd op
"FAST" ingesteld worden.
Voor langzame, gelijkblijvende geluidsniveaus (ruisen, brommen etc.) moet de tijd op
"SLOW" ingesteld worden.
Voor het omschakelen drukt u op de toets "F/S".
Het uitvoeren van een meting
Let op voldoende gehoorbescherming bij te luidde geluidsbronnen. Er
bestaat gevaar voor een gehoorbeschadiging.
U dient de toegestane omgevingscondities ("Technische gegevens")
in acht te nemen om meetfouten te vermijden.
Kalibrering
De geluidsniveaumeter komt overeen met de Europese Norm EN 60 651 voor
geluidsniveaumeters. Om de meter overeenkomstig de norm te kunnen gebruiken
moet deze voor elke meting volgens de evaluatiecurve A (dBA) gekalibreerd worden,
d.w.z. met een optionele geluidskalibrator gecontroleerd en eventueel
gecompenseerd worden.
Na iedere meting moet de nauwkeurigheid nogmaals gecontroleerd worden.
Voor een kalibrering handelt u als volgt:
• • • • Schakel de geluidsniveaumeter in.
• • • • Selecteer de desbetreffende instellingen (dBA, Hi- of Lo-meetbereik en FAST-
tijdbepaling).
• • • • Deactiveer eventueel de functies "MAX" en "HOLD".
• • • • Steek de microfoon van de geluidsmeter in de opening van de geluidskalibrator.
Let er op, dat de microfoon goed vastzit, zodat de kalibreerkamer in de geluids-
kalibrator afgedicht is.
• • • • Stel op de geluidskalibrator volgende parameter in:
94 dB bij 1 kHz
• • • • Op de meter moet nu een geluidsniveau van 94 dBA weergegeven worden. Is dit
niet het geval moet de meter afgesteld worden.
• • • • Maak het batterijvak op de achterzijde open en haal de batterij uit het vak. De
batterij daarbij niet afkoppelen!
• • • • In het batterijvak zijn twee afstelpunten zichtbaar.
7