3. Machine- en bedieningselementen
3
A/9
A/10
K
M
A/11
Veegmachine agria 7100 Cleanstar basic
Stuurstang
Regeling van de stuurstang voor
transport en opberging:
Klemschroef (A/11) eruit schroeven
Stuurstang (A/4) naar voren klappen
Regeling van de stuurstang in
bedrijfspositie:
Klemschroef (A/11) eruit schroeven
Stuurstang (A/4) naar achteren klappen tot
aan de aanslag
Klemschroef (A/11) met plastieken ring (K)
en metalen ring (M) inschroeven
Borstelwals
Hoogteverstelling
De borstelwalsen worden in hoogte versteld
door het steunwiel te verstellen
met de draaihendel (A/9) kan het steunwiel
omhoog of omlaag worden gedraaid
de borstelwalsen slechts zo diep als nodig
is (X) om een schoon oppervlak te verkrijgen
over de bodem laten slepen, daardoor vermin-
dert de slijtage en wordt de levensduur van de
borstels verlengd.
Vuil, poedersneeuw ........ X = 2–3 mm
Sneeuw, nat ................ X = max. 8 mm
Zijwaartse verstelling
De bezem kan naar links of naar rechts wor-
den versteld, om het vuil of de sneeuw in een
langsrij te vegen.
Zwenkstang (A/10) naar voren brengen
totdat de aanslag vrij is
met de zwenkstang de borstelwalsen naar
links of naar rechts zwenken
zwenkstang naar achteren beneden terugbrengen
en daarbij in de passende aanslag vastzetten.
Indien zonder opvangbak gewerkt wordt
I
wordt de borstel ofwel naar links, ofwel
naar rechts gedraaid, afhankelijk van de kant
waar het vuil moet worden geveegd.
3
17