INSTALLATIE
8.2
Onder druk zetten en ontluchten van het
zonnesysteem
Bij het onder druk zetten van de installatie moet het
a
systeem verplicht spanningsloos zijn.
b
De druk in de zonne-energiekring kan 6 bar bereiken.
Boven deze druk gaat de veiligheidventiel open.
• Zie de technische instructie van de vulpomp om deze correct te
gebruiken en de geleverde elementen te herkennen.
2
4 0
6 0
°C
2 0
8 0
0
1 0 0
1 2 0
4 0
6 0
°C
2 0
8 0
0
1 0 0
1 2 0
1
8
Legenda
1
Ontluchter met versterkte rubber slang ("durite")
2
Rode afsluiter
3
Blauwe driewegklep
4
Manometer
5
Vulkraan
6
Persleiding*
7
Afsluiter met ontluchtingskraan van het zonneboiler expansievat
8
Aftapslang
A
Ingang zonnesysteem vloeistof afkomstig van de vulpomp
*
Geleverd met de zonneboiler vulpomp
• Maak de zonne-installatie spanningsloos.
• Sluit de persleiding (6) aan op de vulkraan (5) van de
veiligheidsgroep.
• Verbind de aanzuigslang met de vulpomp.
NL
• Draai de twee afsluiters van de vulpomp open.
• Plaats de bak met zonnesysteem vloeistof in de buurt van de
vulpomp. De opvangbak moet voor minstens 3/4 gevuld zijn.
- 14 -
3
4
5
6
A
• Vul de vulpomp door via de aanzuigslang 2 l zonnesysteem
vloeistof in de pomp te gieten.
• Dompel de aanzuigslang in de bak met zonnesysteem
vloeistof.
Het uiteinde van de aanzuigslang moet gedurende
i
de hele duur van de bewerking in de zonnesysteem
vloeistof gedompeld blijven. Dit om te vermijden dat
er lucht komt in het drukgevulde zonnesysteem komt.
Zorg ervoor de zonnesysteem vloeistof in de bak
b
voldoende op peil blijft om geen lucht in het systeem
te zuigen.
• Sluit de vulpomp aan op het elektriciteitsnet.
• Controleer of de twee kranen van de vulpomp open staan.
Controleer of de vulkraan (5) dicht gedraaid is en of de hendels
van de rode afsluiter (2) en de blauwe driewegkraan (3)
verticaal staan.
• Controleer de positie van de afsluiter van het zonneboiler
expansievat (7); hij moet open staan en de ontluchtingskraan
moet gesloten zijn.
• Laat de vulpomp werken.
• Draai de vulkraan (5) open.
• Zet de hendel van de blauwe driewegklep (3) horizontaal.
• Laat de vulpomp draaien tot de manometer (4) een druk tussen
7
1 en 3 bar aangeeft.
b
De drukstijging is snel.
• Zet de hendel van de blauwe driewegklep (3) verticaal.
• Draai de vulkraan (5) dicht en zet de vulpomp onmiddellijk stil.
• Plaats een opvangbak voor de zonnesysteem vloeistof aan
het uiteinde van de versterkte rubber slang ("durite") van de
ontluchter (1) gelegen op de luchtafscheider en open hem.
• Draai de ontluchter (1) weer dicht zodra er zonnesysteem
vloeistof uit ontsnapt.
• Controleer de druk in het systeem via de manometer (4). De
waarde moet tussen 1 en 3 bar gelegen zijn.
• Herhaal de bewerking van het onder druk zetten en ontgassen
als de voorgeschreven druk in het systeem niet bereikt wordt.
0020139699_01 - 03/12 - AWB