Bedieningshandleiding
Veiligheidssensor
3.4 Afstelling
De gele LED van de BNS 16 AS varianten kan uitsluitend als grove
instelhulp gebruikt worden. De correcte functie van de beide veilig-
heidskanalen moet vervolgens via de aangesloten veiligheidsmodule
gecontroleerd worden.
4 Elektrische aansluiting
4.1 Algemene opmerkingen voor de elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag uitsluitend in spanningsloze toe-
stand door gemachtigd en gekwalificeerd personeel uitgevoerd
worden.
De aansluiting op het AS-Interface systeem gebeurt via een M12 stek-
ker. De M12 stekker heeft een A-codering. De aansluitconfiguratie van
de M12 stekker is (volgens EN 50295) als volgt bepaald:
vrij
4
AS-Interface + (bruin)
1
5 Configuratie
5.1 Het slave adres programmeren
Het slave adres wordt via de M12 stekker geprogrammeerd. Via een
AS-i busmaster of handprogrammeertoestel kan een adres van 1 tot 31
ingesteld worden.
5.2 Configuratie van de veiligheidsmonitor
De BNS 16 AS moet als tweekanalig afhankelijke module met opstart-
test in de veiligheidsmonitor ASM geconfigureerd worden.
In de configuratiesoftware ASIMON kan de BNS 16 AS met de vol-
gende veiligheidssmodules geconfigureerd worden (zie ook ASIMON
handleiding)
Tweekanalig afhankelijk
• met opstarttest
•
Synchronisatietijd typisch 0,5 à 2,0 s
Tweekanalig afhankelijk met filtering
Het gebruik van deze veiligheidsmodule biedt voordelen bij veiligheids-
deuren die tijdens het sluiten tegen de aanslag natrillen of vibreren.
4
AS-Interface - (blauw)
3
vrij
2
• met opstarttest
•
Stabilisatietijd typisch: 0,5 - 1,0 s
•
Synchronisatietijd typisch 5,0 à 10,0 s
De veiligheidsmodule wordt pas vrijgegeven na afloop van de stabilisa-
tietijd en de gekozen synchronisatietijd moet aanzienlijk langer zijn dan
de stabilisatietijd.
De configuratie van de veiligheidsmonitor moet door een
bevoegde veiligheidsexpert / veiligheidsverantwoordelijke
gecontroleerd en bevestigd worden.
6 Inbedrijfstelling en onderhoud
6.1 Functietest
De veiligheidsfunctie van de veiligheidsschakelaar moet getest worden.
Hierbij moet op voorhand het volgende gegarandeerd zijn:
1. Eventuele schade aan de behuizing van de schakelaar
2. Intactheid van de kabelaansluitingen
3. BNS 16 AS op het AS-Interface netwerk aansluiten
4. Parameteruitgangen op "1111" (0xF) instellen
5. De correcte functie van het geheel van BNS en BPS via de geconfi-
gureerde veiligheidsmonitor ASM testen
6.2 Onderhoud
Bij een zorgvuldige montage en mits inachtneming van de hiervoor
beschreven opmerkingen is slechts een miniem onderhoud vereist. Wij
raden een regelmatige visuele inspectie en functietest aan, inclusief de
volgende stappen:
1. Verwijdering van stof en vuil
2. Controle van de kabelaansluitingen
Beschadigde of defecte componenten moeten onmiddellijk ver-
vangen worden.
7 Demontage en verwerking
7.1 Demontage
De veiligheidsschakelaar mag uitsluitend in spanningsloze toestand
gedemonteerd worden.
7.2 Afvoeren
De veiligheidsschakelaar moet op een correcte manier volgens de
geldende nationale voorschriften en wetgevingen afgevoerd worden.
NL
BNS 16 AS