3 Fundamentele aanwijzingen (algemeen)
3.1 Reglementair gebruik
Het door u aangekochte apparaat dient voor een snelle en betrouwbare bepaling van
het materiaalvocht in vloeibare, poreuze en vaste stoffen volgens de methode van de
thermogravimetrie
3.2 Ongeoorloofd gebruik
Schokken en overbelastingen van de apparaat boven de aangegeven maximale
belasting („Max."), te verminderen met een eventueel reeds aanwezige tarralast,
onvoorwaardelijk vermijden.
Weegschaal zou hierdoor beschadigd kunnen worden. Apparaat nooit in explosieve
ruimten bedienen. De standaarduitvoering niet explosievast.
De weegschaal mag vanuit constructief oogpunt niet gewijzigd worden. Dit kan tot
foutieve weegresultaten, veiligheidstechnische tekortkomingen en ook tot de
vernieling van de weegschaal leiden. De weegschaal mag uitsluitend in
overeenstemming met de beschreven, vooraf bepaalde gegevens gebruikt worden.
Afwijkende gebruiksmogelijkheden / toepassingsgebieden dienen door de firma
KERN schriftelijk goedgekeurd te worden.
3.3 Aanwijzingen op gevaar
Een aantal onderdelen van de behuizing (bijvoorbeeld ventilatierooster) kan tijdens
de werking aanzienlijk verwarmd geraken. Raak het apparaat daarom enkel met de
daarvoor bestemde handgrepen aan.
Proefmaterialen, die agressieve dampen (bijvoorbeeld zuren) tot ontwikkeling laten
komen, kunnen tot corrosieproblemen aan bepaalde onderdelen van het apparaat
leiden. De vochtbepaler dient overwegend voor het drogen van waterhoudende
substanties gebruikt te worden. Ontplofbare, ontvlambare testitems mogen met de
vochtbepaler niet geanalyseerd worden.
•
Droogkamer tijdens het droogprocédé niet openen of aanraken, omdat het apparaat
zeer hoge temperaturen bereikt.
•
Geen brandbare materialen op, onder of naast het apparaat leggen.
•
Houd voldoende vrije ruimte in de omgeving van het apparaat om warmteophoping te
voorkomen (afstand tot het apparaat 20 cm, langs boven 1 m).
•
Ontplofbare, licht ontvlambare testitems mogen met de vochtbepaler niet
geanalyseerd worden.
•
De vochtbepaler mag niet in explosieve zones gebruikt worden.
•
Proefmaterialen, die giftige stoffen doen vrijkomen, moeten onder een speciale
afzuiginrichting gedroogd worden. Er moet beslist voor gezorgd zijn dat er geen voor
de gezondheid schadelijke dampen ingeademd kunnen worden.
•
Let erop dat er geen vloeistof in het binnenste gedeelte van het apparaat c.q. in
aansluitingen aan de achterzijde van het apparaat terechtkomt. Nadat er vloeistof op
het apparaat gemorst werd, moet het apparaat onmiddellijk van het stroomnet
verbroken worden. Het apparaat voor de vochtmeting mag pas na controle door een
bekwame gespecialiseerde KERN-handelaar terug gebruikt worden.
MLS_N-BA-nl-0820
7