Bedieningshandleiding
Veiligheidsvergrendeling
2.4 Veiligheidsclassificatie van de vergrendelfunctie
Voorschriften:
Bepaalde structuur:
- Essentieel:
- Bij 2-kanalig gebruik en
foutuitsluiting van de mechaniek*:
B
(verbreekcontact):
10D
B
(maakcontact) bij 10% ohmse contactlast:
10D
Gebruiksduur:
* Als een foutuitsluiting voor de 1-kanalige mechaniek toegelaten is.
B
10D
n
MTTF
op
D
0,1 x n
op
(Berekende waarden kunnen variëren afhankelijk van de
toepassingsspecifieke parameters h
Als meerdere veiligheidscomponenten in serie geschakeld worden, dan
degradeert onder bepaalde omstandigheden het Performance Level
volgens ISO 13849-1 door de verminderde foutherkenning.
2.5 Veiligheidsclassificatie van de arrêteerfunctie
Bij gebruik van de component als vergrendelvoorziening voor
de veiligheid van personen is een veiligheidsclassificatie van de
arrêteerfunctie vereist.
Bij de veiligheidsclassificatie van de arrêteerfunctie moet er
een onderscheid worden gemaakt tussen de bewaking van
de arrêteerfunctie (vergrendelfunctie) en de aansturing van de
ontgrendelfunctie.
De volgende veiligheidsclassificatie van de ontgrendelfunctie is
gebaseerd op het gebruik van het principe van de energiescheiding van
de voeding voor de magneet.
De veiligheidsclassificatie van de ontgrendelfunctie is uitslu-
itend geldig voor toestellen met bewaakte arrêteerfunctie en
ruststroomprincipe (vgl. typesleutel).
Dankzij een veilige energiescheiding van buitenaf kan een uitsluiting
van fouten voor het aansturen van de blokkeervoorziening van de
veiligheidsvergrendeling aangenomen worden.
In dit geval draagt de blokkeervoorziening van de
veiligheidsvergrendeling niet bij aan de uitvalwaarschijnlijkheid van de
ontgrendelfunctie.
Het veiligheidsniveau van de ontgrendelfunctie wordt op die manier
uitsluitend bepaald door de externe veilige uitschakeling van de
energie.
Veilige energie-
uitschakeling
+24 VDC
PL ?
PFH
?
d
0 VDC
De foutuitsluitingen voor de bekabeling moeten in acht
genomen worden.
ISO 13849-1
bruikbaar tot cat. 1 / PL c
bruikbaar tot cat. 3 / PL d
met gepaste logische eenheid
2.000.000
1.000.000
20 jaar
d
x
x
3600
s/h
h
op
op
t
cycle
, d
en t
en de belasting.)
op
op
cycle
Veiligheidsver-
grendeling
A1
A2
Vergrendel-
functie
Als in een toepassing de veiligheidsvergrendeling met
ruststroomprincipe niet kan gebruikt worden, kan voor
dit uitzonderingsgeval een veiligheidsvergrendeling met
arbeidsstroomprincipe gebruikt worden, mits bijkomende
veiligheidsmaatregelen getroffen worden, die voor een
gelijkwaardig veiligheidsniveau zorgen.
3. Montage
3.1 Algemene montage-instructies
Voor de bevestiging heeft de veiligheidsvergrendeling vier boorgaten.
De veiligheidsvergrendeling mag niet als aanslag gebruikt worden. De
plaats van montage is willekeurig. Het binnendringen van vuil in de
gebruikte openingen moet echter vermeden worden. De bediensleutel
moet soepel en zonder dwang in de behuizing ingevoerd kunnen
worden.
Neem ook de opmerkingen van de normen ISO 12100, ISO
14119 en ISO 14120 in acht.
Montage van de bediensleutel
Zie montagehandleiding van de bediensleutel.
De bediensleutels moeten via geschikte maatregelen
(gebruik van eenwegschroeven, lijmen, uitboren van de
schroefkoppen, borgen met pennen) onlosmakelijk aan
de beschermvoorziening bevestigd worden en tegen
verschuiven beveiligd worden.
3.2 Afmetingen
Alle maten in mm.
AZM 415-22
29,5
A
8,6
46,5
AZM 415-33
141
124
20
E
M20 x 1,5 / STL
M20 x 1,5 / ST
42,5
M23 x 1
Legende
A
Instelschroef: kogelarrêtering 150 ... 400 N
E
Hulpontgrendeling
NL
AZM 415-22
AZM 415-33
88
M23x1
M20x1,5/ST
M20x1,5/STR
114
130
46,5
29,5
A
8,6
42,5
26
M23 x 1
3