3.1.8 Temperatuursensor configureren
In het voorbeeldproject moeten in totaal twee temperatuursensoren ingesteld worden. Kies het venster "temperatuur
sensoren" en klik bij de betreffende sensor op "bewerken".
In dit geval zijn er twee temperatuursensoren, één in de leiding op etage 1 en één waar het water het gebouw
binnenkomt. Wijs de sensor een kanaalnummer en het bijbehorende type toe. In dit geval gaat het om de leidingsensor
op kanaal 2 (102), die vanaf de A-afsluiter 1 voor temperatuurspoeling ter beschikking staat. Indien gewenst kunt u nog
opmerkingen toevoegen en de naam bewerken. Bevestig de wijzigingen met „OK". Doe nu hetzelfde voor eventuele
verdere temperatuursensoren.
3.1.9 Hygiënespoeler configureren
Om de hygiënespoeler correct te configureren, volgende stappen nemen:
Ga naar het venster „hygiënespoeling". Klik op de te configureren hygiënespoeler en klik dan op „actuele
ventielinstelling veranderen". Zolang dit niet gebeurd is, is de knop „Parametrering bewerken" niet actief
- 20 -