Let op: Een kort terugvallen van de temperatuur tijdens het controleren van de eieren kan door de
embryo's goed opgevangen worden. Echter, een te warme temperatuur is schadelijk en kan zelfs tot de
dood van het embryo leiden. Vermijd temperaturen die hoger zijn dan het toegestane maximum.
4. Laat de thermometer de precieze temperatuur zien?
Thermometers geven nooit de precieze temperatuur aan. Een constante temperatuur aanhouden is bij
thermometers heel moeilijk. Wanneer u een grote incubator voor een langere tijd in gebruik neemt, kunt
u de temperatuur zelf regelen. Ongeacht wat de thermometer aangeeft. Na het eerste broedproces kunt
u de temperatuur aanpassen (hoger of lager). Indien het uitkomen van het kuiken in een vroeg stadium
gebeurt, moet de temperatuur omlaag gezet worden. Is het uitkomen vertraagd en langzaam, dan dient
de temperatuur juist omhoog gezet te worden.
Zo controleert u de thermometer: Gebruik notities voor het verloop van het broedproces. Deze komen
later heel goed van pas. U zult gauw over de routine beschikken waarbij u de juiste instellingen en
aanpassingen doorvoert om een succesvol broedproces te doorlopen. Indien u een alternatief hulpmid-
del wenst, kunt u een tweede thermometer in de broedmachine plaatsen. Zo kunt u de temperatuurver-
schillen zelf in de gate houden en hierop afstemmen.
5. Hoe hoog moet de luchtvochtigheid zijn?
De benodigde luchtvochtigheid is per diersoort anders en dient tijdens het broedproces ook aangepast
te worden. Zorg ervoor dat u zich vooraf over de juiste factoren voor het door u gekozen broedei laat
informeren. Hieronder ziet u twee voorbeelden:
Kippeneieren:
Dag 1–18:
50–55 % luchtvochtigheid
Vanaf dag 19: 70–75 % luchtvochtigheid
Kwarteleieren:
Dag 1–14:
55 % luchtvochtigheid
Vanaf dag 15:
75 % luchtvochtigheid
De luchtvochtigheid wordt tot aan het einde van het broedproces verhoogd, zodat de vaste huid in het
ei week gemaakt kan worden waardoor het kuiken makkelijk uit het ei kan komen. Zonder luchtvochtig-
heid kan het kuiken de schaal van het ei niet doorprikken. Een te hoge luchtvochtigheid is gevaarlijk,
want de kuikens zouden hierdoor kunnen verdrinken.
Aanwijzing: De luchtvochtigheid kunt u met een externe hygrometer meten. Het is bijna niet mogelijk
om de luchtvochtigheid zo precies mogelijk te houden zoals dit bij de temperatuur wel kan. Dit is vooral
bij kleine broedmachines heel moeilijk. Probeer de luchtvochtigheid zo nauwkeurig mogelijk te houden.
De temperatuur is een bepalende factor. Zelfs een kleine afwijking van een paar graden kan het broed-
proces ruïneren of tot een slecht resultaat laten leiden.
Belangrijk: de luchtvochtigheid verandert constant, net als de seizoenen. Wanneer u in januari en fe-
bruari eieren wilt uitbroeden, zult u merken dat het ontzettend moeilijk is om de luchtvochtigheid op een
juist niveau te houden. De luchtvochtigheid in deze maanden is namelijk laag (afhankelijk van locatie).
In juni en juli is de buitenluchtvochtigheid doorgaans hoger, zodat de luchtvochtigheid in de incubator
hoger dan gewenst zal zijn. Om dit probleem tegen te gaan, kunt u het waterniveau aanpassen. Om het
luchtvochtigheidsniveau te verhogen zet u een extra waterreservoir of -behouder bij. Soms helpt een
kleine natte spons ook. Als alternatief kunt u de eieren met damp/nevel besproeien. Om de luchtvoch-
tigheid te verlagen dient u het wateroppervlak te verkleinen en kleien waterhouders te gebruiken.
© by WilTec Wildanger Technik GmbH
http://www.WilTec.de
http://www.aoyue.eu
http://www.teichtip.de
Artikel 51185, 51186
pagina 6
03
2022-1