Programmeren: Proximity TAG's voor toegangsverlening
Wanneer gekozen wordt voor 'Toegang' verschijnt onderstaand scherm met een lijst van alle
toegangsgebruikers.
Schermafbeelding: Proximity TAG's voor toegangsverlening programmeren (1)
Het linker gedeelte van dit scherm bepaalt de bevoegdheden van de Proximity TAG en het rechter gedeelte
op welke groepen (van secties) van het systeem dat betrekking heeft. In schermafbeelding "Proximity
TAG's voor toegangsverlening programmeren (1)" is te zien, dat de standaard autorisatie aan de groep
"VOLLEDIG
SYSTEEM" toegekend is.
De te ondernemen stappen voor het aanmaken van een geldige TAG zijn:
1. Naam invoeren
2. Tag Niveau selecteren
3. Tag Status veranderen in '1: TAG kan ingeleerd worden'
4. Tag Nummer invullen
5. Tijdkaart koppelen (optioneel)
6. Groepen (van secties) selecteren
7. Vorige stappen eventueel herhalen voor overige TAGs
8. TAG activeren op bedieningspaneel
(1)
Vul in het vak 'Naam' de naam van de TAG-gebruiker in. Iedere gebruiker kan een eigen naam (16
karakters) krijgen. Deze naam wordt o.a. gebruikt bij de doormelding naar de meldkamer, in het historisch
overzicht en bij meldingen op het bedieningsconsole.
(2)
Het vak 'Tag code' kan op 000000 blijven staan. De 'Tag code' wordt bij het inleren op het
bedieningspaneel automatisch ingevuld.
Uitzondering: wanneer de 'echte' Tag code bekend is, kan deze ook rechtstreeks in het vak 'Tag code'
ingevoerd worden. Zet daarna de 'Tag status' direct op '2: TAG is ingeleerd'. De TAG hoeft dan niet op het
bedieningspaneel ingeleerd te worden. Raadpleeg bij twijfel de installateur.
(3)
Selecteer in het vak 'Tag niveau' optie '0: alleen uitgang activeren' of optie '1: beperkt uitschakelen'.
Optie 0 betekent, dat met een geldige TAG en de juiste autorisatie alleen een uitgang van het systeem
aangestuurd wordt om de toegang te verlenen (de deur te openen). Als de groep (van secties) nog
ingeschakeld is, dan wordt de toegang geweigerd. Bij optie 1 wordt de deur ook geopend als de groep (van
secties) nog ingeschakeld is. De groep wordt dan met het presenteren van de TAG uitgeschakeld. De exacte
werking is door de installateur ingesteld.
(4)
In het vak 'Tag nummer' wordt een 6-cijferig identificatienummer van de TAG ingevuld. Dat nummer
kan bijvoorbeeld het serienummer zijn, dat op de TAG staat, maar het mag in principe ook een willekeurig
Gebruikershandleiding AlphaVision XL
Rev. 3.01 07-04-2017
Blz. 69/84