Jaloeziemanagement
6.2. Aansluiting van de sensor (alleen bij adapter met
sensoraansluiting)
Aanwijzingen
De sensorkabel heeft veiligheidslaagspanning (SELV).
Installatievoorschriften conform VDE 0100 in acht nemen.
Raadpleeg voor de beschrijving, montage en aansluiting van het
basiselement de bedieningshandleiding bij het „motorregelmoduul"
6.3. Procedure voor inbouw-montage van de sensor
(afb. F)
1. Kies voor installatie van de sensor een geschikte kabel.
Advies: J-Y(ST)Y 2x2x0,6 mm²
2. Leid de afzonderlijke draden van de sensorkabel door de
bijgeleverde isolatieslang. Steek de kabel vervolgens samen met de
isolatieslang door de opening (
3. Leid de kabel door het kanaal (
isolatieslang moet de afzonderlijke draden vanaf de buitenste
kabelisolatie tot aan de aansluitklem omsluiten.
4. Steek de aansluitklem overeenkomstig afbeelding F in het
motorregelmoduul.
Adapter met draadloze ontvanger
Afb. E
) van het motorregelmoduul.
) naar de aansluitklem (
Art.nr.: ..5232 F..
..5232 FS..
). De
Afb. F
4