Opmerking
• Als u niet over deze informatie beschikt
(netwerknaam (SSID) en netwerkwachtwoord
(sleutel)), kunt u niet verdergaan met het
instellen van de draadloze verbinding.
• Waar vind ik deze informatie?
1) Raadpleeg de documentatie van uw
draadloze toegangspunt/router.
2) De standaardnetwerknaam (SSID) kan de
fabrikant- of de modelnaam zijn.
3) Als u de beveiligingsgegevens niet kent,
neem dan contact op met de
routerfabrikant, uw systeembeheerder of
internetprovider.
4) Sommige namen van draadloze netwerken
(SSID's) en netwerkwachtwoorden (sleutels)
zijn hoofdlettergevoelig (gebruik van hoofd-
& kleine letters). Leg de informatie goed
vast.
b
Tik op
of
Het netwerkinstellingenscherm verschijnt.
Memo
• U kunt het menu "Netwerk" ook op een andere
manier openen: klik op
startpagina.
c
Tik op "Inst. Wizard" in het instellingenscherm
"Netwerk", zoals hieronder weergegeven.
De beschikbare netwerknaam (SSID) wordt
weergegeven.
d
Selecteer de netwerknaam (SSID) en tik
vervolgens op de toets "OK".
Het invoerscherm voor het netwerkwachtwoord
(sleutel) wordt weergegeven.
op de startpagina.
onder aan de
Opmerking
• Als de gewenste netwerknaam (SSID) niet
wordt weergegeven, geeft u deze als volgt op.
1) Selecteer "[Nieuwe SSID]" en druk op de
toets "OK".
*
"[Nieuwe SSID]" verschijnt onder in de lijst
met gedetecteerde SSID's.
2) Typ de gewenste netwerknaam (SSID) en tik
op de toets "OK".
3) Geef de verificatiemethode en
coderingsmodus op en tik vervolgens op de
toets "OK".
Memo
•
wordt in de lijst met beschikbare netwerken
weergegeven naast een netwerk waarmee
eerder verbinding is gemaakt. Aangezien het
netwerkwachtwoord (sleutel) is opgeslagen
voor het netwerk naast
verbinding maken met dat netwerk zonder de
verbindingsinformatie opnieuw op te geven
(netwerkwachtwoord, enz.).
• Voor maximaal 12 verbindingen is het eerder
ingevoerde netwerkwachtwoord (sleutel)
opgeslagen onder "[Opgeslagen SSID]". Tik op
de toets "[Opgeslagen SSID]" om de
verbindingsinformatie weer te geven.
e
Typ het netwerkwachtwoord (sleutel) dat u
hebt genoteerd in stap
"OK".
a
b
c
d
a Tekstinvoerscherm
b Lettertoetsen
c Selectietoets hoofdletter/kleine letter
d Spatiebalk
e Selectietoets letter/cijfer/speciaal teken
f Backspace-toets (verwijdert het teken waarop
de cursor staat.)
g Cursortoetsen (cursor naar links of rechts
verplaatsen.)
, kunt u opnieuw
a
en druk op de toets
f
g
e
7