6 - STANDAARDREGELINGEN EN -OPTIES
6.9 - Capaciteitsregeling
Deze functie past de capaciteit aan met de compressorregelschuif
om de waterwisselaartemperatuur op zijn setpoint te houden. Het
regelsysteem houdt doorlopend de temperatuurfout in de gaten
met betrekking tot het setpoint, de snelheid waarmee deze fout
verandert en het verschil tussen de in- en uitgaande
watertemperatuur om het optimale moment te kunnen bepalen
waarop capaciteit moet worden toegevoegd of weggenomen.
Compressoren worden gestart en gestopt in een geoptimaliseerde
reeks om het aantal starts gelijk te maken (waarde gewogen op
hun gebruikstijd). Zie paragraaf 6.12 voor meer informatie over
compressorvolgordes.
6.10 - Nachtbedrijf
Met de nachtmodus kunnen de gebruikers het apparaat
configureren om met specifieke parameters te werken gedurende
een specifieke tijdsperiode. Gedurende de nachtperiode, wordt
de capaciteit beperkt.
De nachtperiode wordt gedefinieerd door een start- en een eindtijd
d i e h e t z e l f d e z i j n v o o r e l k e d a g v a n d e w e e k . D e
nachtbedrijfinstellingen en de waarde van de capaciteitsbegrenzing
kunnen worden ingesteld door ingelogde gebruikers in het
Configuratiemenu (GENCONF – Algemene configuratie).
Instellingen van nachtmodus instellen
1. Ga naar het configuratiemenu.
2. Selecteer General Configuration(GENCONF) (Algemene
configuratie).
3. Stel Beginuur van nachtmodus [nh_start] in.
4. Stel Einduur van nachtmodus [nh_end] in.
5. Stel Night Capacity Limit [nh_limit] (Nachtcapaciteit limiet) in.
Startuur van nachtbedrijf [nh_start]
Stopuur van nachtbedrijf [nh_end]
00:00
Night Capacity Limit [nh_limit] (Nachtcapaciteit limiet)
0 tot 100%
6.11 - Lead-/lagcircuitselectie (units met meerdere
circuits)
Deze functie bepaalt het lead- en lagcircuit op apparaten met twee
circuits. De functie regelt de start/stop-volgorde van de koelcircuits
genaamd circuit A en circuit B.
Het circuit dat als eerste mag starten is het leidende circuit. Het
leidende circuit wordt als eerste gebruikt om de capaciteit te
verhogen en tegelijkertijd moet deze als eerste worden verlaagd
bij afnemende capaciteit. De lead-/lagcircuits kunnen handmatig
worden geselecteerd of automatisch volgens de unitconfiguratie
(GENCONF).
■ Automatische bepaling van lead-/lagcircuit: het regelsysteem
bepaalt het leadcircuit om de gebruikstijd van elk circuit gelijk
te houden (waarde gewogen door het aantal starts van elk
circuit). Als gevolg daarvan wordt het circuit met het laagste
aantal bedrijfsuren altijd het eerst gestart.
■ Handmatige bepaling lead-/lagcircuit: Circuit A of B geselecteerd
als het leadcircuit. Het geselecteerde circuit is altijd de leidende.
Deze start het eerst en stopt het laatst.
6.12 - Compressorbelastingsvolgorde
(apparaten met meerdere circuits)
Deze functie bepaalt in welke volgorde de circuitcapaciteit wordt
gewijzigd. De compressorbelasting wordt geregeld door het
starten/stoppen van de compressoren en het regelen van de stand
van de regelschuif. Er zijn twee typen volgorderegeling
beschikbaar, die door de gebruiker kunnen worden ingesteld via
de SmartVu
gebruikersinterface (GENCONF – Algemene
TM
configuratie).
■ Gebalanceerde belastingsvolgorde: De regeling houdt de
capaciteit gelijk voor alle circuits terwijl de machine wordt belast
en ontlast.
■ Gefaseerde belastingsvolgorde: de regeling belast het
leidende circuit volledig, voordat de lagcircuits worden gestart.
Wanneer de belasting afneemt, worden de volgende circuits
het eerst ontlast.
■ Slimme capaciteitsopbouw: De regeling belast het lead circuit
volledig voordat dit wordt verminderd om de globale
capaciteitsopbouw van de unit gladder te laten verlopen. Bij de
capaciteitsafbouw wordt het lead circuit minder als het lag circuit
is gestopt.
Belastingsvolgorde instellen
1. Ga naar het configuratiemenu.
2. Selecteer General Configuration(GENCONF) (Algemene
configuratie).
3. Stel de Belastingsvolgorde [seq_typ] in.
Belastingsvolgorde [seq_typ]
0 = Gelijke capaciteitsopbouw
1 = Gefaseerde capaciteitsopbouw
2 = Slimme capaciteitsopbouw
Gefaseerde belasting vindt plaatst onder de volgende
omstandigheden:
■ Een van de circuits wordt uitgeschakeld vanwege een storing
■ Een van de circuits bevindt zich in de capaciteitsoverridemodus
■ De resterende circuits worden uitgeschakeld of volledig belast
6.12.1 - Dubbel circuit – gebalanceerde
capaciteitsopbouw
Belastingsvolgorde
Leidende
Volgende
circuit
circuit
0
0
50
0
55
0
60
0
65
0
70
0
70
50
70
55
70
65
70
70
75
70
75
75
80
75
80
80
85
80
85
85
90
85
90
90
95
90
95
95
100
95
100
100
100
100
Afschakelingsvolgorde (%)
Leidende
Volgende
circuit
circuit
100
100
100
95
95
95
95
90
90
90
90
85
85
85
85
80
80
80
80
75
75
75
75
70
70
70
70
65
65
65
65
60
60
60
60
55
60
50
60
0
55
0
50
0
0
0
39