Bedraden
WAARSCHUWING
Levensgevaar door stroomstoten!
–
Alvorens aan stroomvoerende onderdelen te
werken de elektrische bedrading spanningsvrij
maken!
–
Een verkeerde bedrading kan tot onveilige si-
tuaties en beschadiging van de lektester, van
de branderautomaat of van de kleppen leiden.
–
L1 (+) en N (–) niet onderling verwisselen.
–
De draaddoorsnedes moeten voor nominale
stroom volgens de gekozen externe voorze-
kering ontworpen zijn.
–
De met de TC verbonden klepuitgangen van
de branderautomaat moeten extern (bijv. in de
branderautomaat) met max. 5 A trage zekering
beveiligd worden.
▷ Bedrading volgens EN 60204-1.
▷ Aansluitklemmen met max. 2,5 mm
snede gebruiken.
▷ Niet aangesloten leidingen (reserve aders) moe-
ten op de einden geïsoleerd worden.
▷ Afstandsontgrendeling niet cyclisch (automa-
tisch) aansturen.
▷ De gegevens op het typeplaatje dienen met de
netspanning overeen te stemmen.
▷ Lengte van de verbindingsleiding, zie pagina
10 (Technische gegevens).
OPGELET
Om ervoor te zorgen dat het apparaat tijdens bedrijf
niet beschadigd raakt, moet er op het volgende
gelet worden:
–
Spannings- en stroompieken voorkomen. Wij
adviseren om aangesloten kleppen te voorzien
van een beveiligingsschakeling volgens de op-
gave van de fabrikant.
Installatie spanningsvrij maken.
Gastoevoer afsluiten.
▷ Voordat het apparaat geopend wordt, moet de
monteur zichzelf ontladen.
Het deksel van de behuizing van de TC openen.
Bedrading voorbereiden
4
5
2
7 Gebruikte kabelwartels vastschroeven. Aanhaal-
7
koppel max. 3,5 Nm.
▷ Niet gebruikte kabelwartels blijven met een stop
gesloten. Anders kan er vuil of vocht in het ap-
paraat terechtkomen.
max. 3,5 Nm
8 Bedraden volgens aansluitschema.
▷ Voor de aansluiting aardleiding zijn 5 PE-klem-
Aansluitschema TC , TC
Netspanning en stuurspanning:
24 V=/120 V~/230 V~
2
draaddoor-
Netspanning: 120 V~/230 V~,
stuurspanning: 24 V=
6
3
NL-5
men als verdere aansluiting van de aardleiding
beschikbaar. Deze zijn als verdeelklem gecon-
strueerd, bijv. voor het verbinden van de aard-
leiding van de kleppen met de installatie-PE (de
verbinding met de installatie-PE moet door de
gebruiker aangesloten/bedraad zijn).