T t
+[8-06]
−[8-06]
a
Weersafhankelijke curve
b
Instelpunt minimum aanvoerwatertemperatuur vereist om
een stabiele toestand te bekomen voor het
comfortinstelpunt voor de kamer.
Aanvoerwatertemperatuur: Afgiftesysteem
Alleen van toepassing in het geval van een regeling via
kamerthermostaat. Afhankelijk van het systeemwatervolume en het
type van warmteafgiftesystemen kan het langer duren om een ruimte
te verwarmen of af te koelen. Deze instelling kan een langzaam of
een snel verwarmings-/koelsysteem compenseren tijdens de
verwarm/afkoelcyclus.
Let op: De instelling van het afgiftesysteem zal invloed hebben op
de maximummodulatie van de gewenste aanvoerwatertemperatuur
en
de
mogelijkheid
binnenomgevingstemperatuur
verwarming om te schakelen.
Het is daarom belangrijk deze waarde correct in te stellen.
#
Code
[A.3.1.1.7]
[9-0B]
Afgiftesysteem:
Reactietijd van het systeem:
▪ Snel (standaard)
Voorbeeld: Klein watervolume en
kleine ventilatorconvectoren.
▪ Langzaam
Voorbeeld:
grote vloerverwarminglussen.
8.2.6
Het warm tapwater regelen
Alleen van toepassing wanneer een optionele tank voor warm
tapwater geplaatst werd.
De gewenste tanktemperatuur configureren
Het warm tapwater kan op 3 verschillende manieren bereid worden.
Deze manieren verschillen onderling door de manier waarop de
gewenste tanktemperatuur ingesteld wordt en hoe de unit hierop
reageert.
#
Code
[A.4.1]
[6-0D]
Warm tapwater Instelpuntstand:
▪ 0
warmhouden is toegestaan.
▪ 1 (Warmh + gprog) (standaard): De
tank
opgewarmd volgens een programma
en tussen de geplande opwarmcycli,
het warmhouden is toegestaan.
▪ 2 (Uitsl geprog): De tank voor warm
tapwater kan ALLEEN volgens een
programma opgewarmd worden.
Zie
"8.3.2 Het warm tapwater regelen: geavanceerd" op pagina 60
voor meer informatie.
EBLQ+EDLQ011~016CA3V3+W1 + EK(2)CB07CAV3
Daikin Altherma lage temperatuur monobloc
4P538847-1 – 2018.05
a
b
T a
om
op
basis
van
automatische
tussen
koeling/
Beschrijving
Groot
watervolume,
Beschrijving
(Uitsl
warmhoudn):
Enkel
voor
warm
tapwater
wordt
INFORMATIE
De kans bestaat dat er te weinig ruimteverwarmings-/
koelcapaciteit is en er dus comfortproblemen voorkomen
(wanneer regelmatig warm tapwater bereid wordt of
regelmatig
koelingonderbrekingen zich voordoen) bij het selecteren
van [6‑0D]=0 ([A.4.1] Warm tapwater Instelpuntstand=Uitsl
warmhoudn)
inwendige boosterverwarming.
Instelpunt voor de maximumwarmtapwatertemperatuur
De maximumtemperatuur die gebruikers kunnen selecteren voor het
warm tapwater. U kunt deze instelling gebruiken om de
temperaturen uit de warmwaterkranen te beperken.
INFORMATIE
Tijdens de desinfectie van de warmtapwatertank kan de
warmtapwatertemperatuur deze
overtreffen.
INFORMATIE
Beperk de maximumtemperatuur van het warm water
volgens de geldende wetgeving.
de
#
Code
[A.4.5]
[6-0E]
8.2.7
Contact/helpdesknummer
#
Code
[6.3.2]
Nvt
8.3
De geavanceerde configuratie/
optimalisatie
8.3.1
De ruimteverwarming/koeling:
geavanceerd
De voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperatuur
U kunt voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperaturen bepalen:
▪ economisch (de gehanteerde gewenste aanvoerwatertemperatuur
zorgt ervoor dat het energieverbruik het laagst is)
▪ comfort (de gehanteerde gewenste aanvoerwatertemperatuur
zorgt ervoor dat het energieverbruik het hoogst is).
8 Configuratie
langdurige
ruimteverwarming/-
voor
een
warmtapwatertank
maximumtemperatuur
Beschrijving
Maximaal instelpunt
De maximumtemperatuur die gebruikers
kunnen selecteren voor het warm
tapwater. U kunt deze instelling
gebruiken om de temperatuur uit de
warmwaterkranen te beperken.
De maximumtemperatuur wordt NIET
toegepast tijdens de desinfectiefunctie.
Zie desinfectiefunctie.
Als
▪ [E‑07]=0: 40°C~75°C (in stappen van
1°C; standaardwaarde: 60°C)
▪ [E‑07]=5: 40°C~80°C (in stappen van
1°C; standaardwaarde: 80,0°C)
De maximumtemperatuur wordt NIET
toegepast tijdens de desinfectiefunctie.
Zie desinfectiefunctie.
Beschrijving
Nummer waarnaar gebruikers kunnen
bellen wanneer problemen zich
voordoen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
zonder
55