2. de bloeddruk buitengewoon hoog of laag is: E3,
3. u tijdens de meting beweegt of spreekt (Naast E3 wordt ook
het hartritmesymbool "
4. de manchetslang niet naar behoren is aangekoppeld: E1,
5. het oppompen langer duurt dan 25 seconden: E1.
Herhaal in deze gevallen de meting. Zorg ervoor dat de
manchetslang naar behoren is aangekoppeld en dat
u niet beweegt of spreekt. Plaats de batterijen opnieuw of
vervang ze.
8. Reiniging en onderhoud
• Reinig uw bloeddrukcomputer voorzichtig met alleen een
licht bevochtigd doekje.
• Gebruik geen reinigings- of oplosmiddel.
• Dompel het apparaat nooit onder in water omdat anders wa-
ter kan binnendringen en het apparaat beschadigd raakt.
• Plaats geen zware voorwerpen op het apparaat.
9. Technische gegevens
Modelnr.:
BC 32
Meetmethode
Oscillerend, non-invasieve
polsbloeddrukmeting
Meetbereik
systolisch 40 – 280 mmHg,
diastolisch 40 – 280 mmHg,
Pols 40 – 199 slagen/minuut
Precisie van de
systolisch ± 3 mmHg,
bloeddrukweergave
diastolisch ± 3 mmHg,
Pols ± 5% van de weergegeven waarde
" op de display weergegeven),
Meetafwijking
max. toegelaten standaardafwijking
conform klinische controle:
systolisch 8 mmHg/diastolisch 8 mmHg
Geheugen
2 x 60 geheugenplaatsen
Afmetingen
L72 x B69 x H29,2 mm
Gewicht
ongeveer 115 g
Manchetgrootte
Voor een polsomvang van
ca. 135 tot 195 mm
Temperatuurbereik
+10 °C tot +40 °C,
< 85% relatieve luchtvochtigheid
Temperatuurbereik
-20 °C tot +70 °C,
voor bewaring
< 85% relatieve luchtvochtigheid
Voeding
2 x 1,5 V Micro (alkaline type LR 03)
Levensduur batterij
Voor ca. 250 metingen
Toebehoren
Bewaardoos, gebruikershandleiding,
2 "AAA"-batterijen
Classificatie
Toepassingsdeel type BF
Symboolverklaring
Toepassingsdeel type BF
Opgepast! Lees de
gebruikershandleiding
8