Inhoudsopgave..................................................................................
Algemeen.........................................................................................
Installatie............................................................. .............................
Werkwijze.........................................................................................
Opstelling..........................................................................................
Tapwaterinstallatie...............................................................................
Circulatieleiding..................................................................................
Warmwateraansluiting........................................................................... 3
Boilerregeling......................................................................................
Ingebruikneming................................................................................... 4
Bediening.........................................................................................
Onderhoud en service............................................................................. 4
Maten en aansluitingen........................................................................... 5
Technische gegevens...............................................................................5
Algemeen
De extraboiler is een indirect verwarmd
apparaat. De tank is als drukboiler
ontwikkeld en dus met een warmte-
pomp voor de voorziening van meer
tappunten geschikt.
De maximaal toegestane aansluitdruk
voor de tapwater- en verwarmingszijde
kan uit tabel 2 worden gehaald. De aan
de binnenkant liggende warmtespiralen
garanderen een goede warmteover-
dracht en de hoogwaardige isolatie
begrenst de warmteverliezen tot een
minimum. Om onnodige tijden, waarop
de verwarming niet werkt, te vermijden
dient de tapwatertemperatuur niet
hoger ingesteld te zijn dan voor de
betreffende behoefte beslist nood-
zakelijk is.
Een temperatuur boven de 60°C moet
vanwege energiebesparing indien
mogelijk niet worden gekozen. Dit geldt
vooral ook bij zeer kalkhoudend water.
2
Installatie, instelling, omschakeling
en eerste ingebruikneming mag
slechts door een installateur
plaatsvinden.
Fabrieksgarantie kan slechts bij instal-
latie door een erkend installatiebedrijf,
dat voor het in acht nemen van be-
staande normen en installatievoor-
schriften verantwoordelijk is, worden
verleend. De garantie is in onze Alge-
mene Voorwaarden vastgelegd.
Voor schade die door het niet in acht
nemen van deze installatiehandleiding
ontstaat, kunnen wij geen aansprake-
lijk-
heid aanvaarden. Het probleemloos
functioneren is dan alleen maar ge-
garandeerd, wanneer men zich aan dit
voorschrift houdt. Het apparaat moet
eenmaal in het jaar door een vakman
worden nagekeken, onafhankelijk daar-
van moeten gebreken die zich voor-
doen
direct worden opgelost. Wij verzoeken
dit voorschrift aan de klant te geven.
Hij dient het te bewaren.
2
2
2
3
3
3
3
3
4
Installatie
Algemeen
Bij de opstelling en installatie van de
tapwaterboiler dienen vooral volgende
voorschriften in acht te worden
genomen: DIN 1988, DIN 18160,
DIN 4753, DIN 4109, energiebespa-
ringswet en VDE-voorschriften. Boven-
dien dienen de betreffende voorschrif-
ten van het nutsbedrijf en ook bouw-
rechtelijke voorschriften in acht te wor-
den genomen. De plaats van opstelling
moet volgens DIN 4753 tegen vorst
beschermd zijn. Hij moet in de directe
omgeving van het warmteapparaat
worden gekozen.