10.7
Instellingen alarmvertraging
10.7.1
Temperatuuralarmvertraging.
KENNISGEVING
De standaard vertragingstijd van het temperatuuralarm is ingesteld op het midden (ongeveer 4 tot 5
minuten). Gebruik een kleine platte schroevendraaier om de vertragingstijd van het alarm te wijzigen.
► Draai de regelaar naar links (tegenwijzerzin) om de vertragingstijd van het bewegingsalarm te verlagen.
► Draai de regelaar naar rechts (wijzerzin) om de vertragingstijd van het bewegingsalarm te verhogen.
Links: Bediening alarmvertraging voor temperatuuralarmen (omcirkeld). Rechts: Back-up batterij van het voedingsuitvalalarm en
sleutelschakelaar van het alarm (PC100h weergegeven).
OPMERKING
Wijzig de alarmvertraging:
1
Schakel de AAN/UIT netstroomschakelaar UIT. Koppel de trombocyten incubator los van de netvoeding.
2
Verwijder het toegangspaneel boven aan de trombocyten incubator.
3
Verhoog of verlaag de vertragingstijd van het alarm door de vertragingsregelaar in de juiste positie
te draaien.
4
Installeer het toegangspaneel opnieuw op de trombocyten incubator.
5
Sluit de trombocyten incubator opnieuw aan op de netvoeding. Schakel de AAN/UIT
netstroomschakelaar AAN.
360093-1/Q
► Bescherm de items in de trombocyten incubator tegen verlengde blootstelling aan ongewenste
temperaturen tijdens het wijzigen van de vertragingstijd van het temperatuuralarm.
► Laat de temperatuur van de trombocyten incubator stabiliseren tot de startwaarde na een langdurige
voedingsuitval.
► De vertragingstijd van het temperatuuralarm heeft invloed op de alarmen van de hoge en lage
temperatuur.
► Als de alarmvertraging op 0 is ingesteld, zal de mute-knop geen invloed hebben op de
temperatuuralarmen.
► Maximum vertragingstijd van het alarm is 8 minuten
Horizon Series™ modellen
.
22