Inhoudsopgave
Advertenties
Leidingen installeren
GEVAAR
Schade aan het toestel door vervuild cv-water!
Vervuiling in de installatie kan het toestel beschadigen.
▶ Spoel het leidingnet voor de montage van het toestel.
▶ Nominale diameter voor de gastoevoer bepalen.
▶ Alle leidingverbindingen in het verwarmingssysteem moeten ge-
schikt zijn voor een druk van 3 bar en in het warmwatercircuit 10 bar.
1)
▶ Servicekranen
en gaskraan
▶ Afvoer voor overstortventiel maken van corrosiebestendige materia-
len.
▶ Slangen alleen onder afschot leggen.
Slang op sifon monteren
▶ Neem de dop op de afvoer van de sifon af.
▶ Monteer de condensslang op de sifon.
Afb. 35 Slang op sifon monteren
▶ Installeer de condensslang alleen onder afschot en sluit deze op de
afvoerleiding aan.
▶ Controleer de aansluiting op de sifon op dichtheid.
▶ Voer de aansluiting van de sifonafvoerslang uit conform de betreffen-
de sanitaire berekeningen rekening houdend met de betreffende in-
stallatielocatie.
Rookgasaccessoire aansluiten
Zie voor meer informatie de installatie-instructies van de rookgasacces-
soire.
▶ Rookgasafvoertracé op dichtheid controleren.
5.6
Vul de installatie en controleer deze op dichtheid
OPMERKING
Inbedrijfstelling zonder water beschadigt het toestel!
▶ Toestel alleen met water gevuld gebruiken.
1) Accessoire
1200 HRC • 6721836329 (2023/04)
1)
monteren.
0010049102-001
3
1
2
Afb. 36 Gas- en waterzijdige aansluitingen (accessoire)
[1]
Condensslang
2)
[2]
CV-aanvoerkraan
[3]
Warm water
2)
[4]
Gaskraan
(gesloten)
2)
[5]
Koudwaterkraan
2)
[6]
CV-retourkraan
Warmwatercircuit vullen en ontluchten
▶ Open de koudwaterkraan ( afb. 36) en open vervolgens een warm-
waterkraan zo lang tot water uitstroomt.
▶ Controleer de koppelingsplaatsen op dichtheid (testdruk is maximaal
10 bar).
Vullen en ontluchten cv-groep
▶ Voordruk van het expansievat instellen op de statische hoogte van de
cv-installatie ( pagina 18).
▶ Open radiatorkranen.
▶ Cv-aanvoerkraan en cv-retourkraan (afb. 36) openen.
▶ Cv-installatie op 1,5 bar via de vulinrichting (afb. 36) vullen en de
vulinrichting weer sluiten.
▶ Radiatoren ontluchten
▶ Open de automatische ontluchter (open laten).
▶ Cv-installatie opnieuw tot 1,5 bar vullen en de vulinrichting weer sluiten.
▶ Controleer de koppelingsplaatsen op dichtheid (testdruk: maximaal
2,5 bar op manometer).
Controleer gasleiding op dichtheid
▶ Om het gasregelblok te beschermen tegen overdrukschade: sluit de
gaskraan.
▶ Controleer de koppelingsplaatsen op lekdichtheid (testdruk is maxi-
maal 150 mbar).
De bedrijfsdruk van het toestel moet tussen 0,6 bar en 3 bar liggen. Om
de warmtewisselaar in het gebied van 0,6 bar tot 1,1 bar te bescher-
men, wordt het temperatuurbegrenzingsalgoritme in het cv-uitlaatwater
geactiveerd.
Systeemdruk (bar)
1,1
1,0
0,9
0,8
0,7
0,6
Tabel 34
2) Accessoire
Installatie | 5
5
4
6
0010050636-001
Cv-aanvoertemperatuur (c)
86
79
72
64
57
50
19
Advertenties
Inhoudsopgave
