Inhoudsopgave
Advertenties
4.15
Collectieve rookgasafvoer (voor toestellen tot 30 kW)
C(10)3x, C43, C43p C(12)3x, C(13)3x, C(14)3x (without CL/CN/DK/
PT/TR)
4.15.1 Toekenning aan toestelgroep voor collectieve rookgasaf-
voer
1200 HRC 20/3en 1200 HRC 28/4 behoren bij groep 4.
De genoemde maximale lengtes van de rookgasafvoer zijn voorbeelden
en gelden met als voorwaarde, dat alle warmtebronnen tot dezelfde
groep behoren.
Bij cascades met gesloten rookgasafvoer moeten alle warmtebronnen
bovendien van hetzelfde fabrikaat zijn.
Wanneer warmtebronnen van verschillende groepen worden gecombi-
neerd, moet een berekening conform EN13384 worden uitgevoerd.
4.15.2 Minimaal vermogen (verwarming en warm water) van de
warmtebron verhogen
Bij een collectieve rookgasafvoer en bij cascades (overdrukbedrijf) moet
het minimale vermogen van de warmtebron in het servicemenu worden
verhoogd:
Warmtebron type
Standaardwaarde
1200 HRC 20/3 1200
HRC 28/4
Tabel 24 Instelwaarden bij een collectieve rookgasafvoer en cascadebe-
drijf
4.15.3 Luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem conform C
4.15.4 Luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem conform
4.15.5 Luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem conform C
Systeemkenmerken
Systeem
Aangesloten toestellen
Verbrandingsluchttoevoer
Drukomstandigheden
Certificering
Tabel 25 C
(10)3x
▶ Bij de aansluiting op een niet met het toestel getest CLV-systeem de
nationale voorschriften en normen aanhouden, in het bijzonder de
specificaties over de vormgeving van de openingen voor afvoer van
rookgas en verbrandingsluchttoevoer.
▶ Specificaties van de fabrikant van de installatie aanhouden.
▶ Specificaties van de bij het systeem behorende algemene toelating
aanhouden.
1200 HRC • 6721836329 (2023/04)
Verhoogde waarde
[%]
[%]
14
19
43
C 43p
(10)3x
Collectieve rookgasafvoer
Toestelvermogen 30 kW
De aangesloten toestellen moeten tot
dezelfde groep behoren.
Elk toestel is met een rookgasterug-
stroombeveiliging uitgerust.
Volgt gesloten
Overdrukbedrijf
Het toestel wordt op een aanwezig
CLV-systeem aangesloten.
Het gehele collectieve luchttoevoer- en
verbrandingsgasafvoersysteem tot en
met de schacht is samen met het toe-
stel getest.
Afb. 31 Collectieve rookgasafvoer conform C
luchttoevoer- en rookgasafvoersysteem in opstellingsruimte
4.16
Cascades
4.16.1 Installeren CO-melder voor noodstop cascade
Het installeren van een CO-melder die alarmeert en de cascade uitscha-
kelt bij het detecteren van koolmonoxide is vereist.
▶ Lees de instructie van de CO-melder aandachtig door.
▶ Sluit de CO-melder aan op de cascademodule ( installatie-instruc-
tie cascademodule).
▶ Bij toepassing van CO-melders van derden: lees de instructie van de
fabrikant van de CO-melder aandachtig door.
4.16.2 Toekenning aan toestelgroep voor cascade
1200 HRC 20/3en 1200 HRC 28/4 behoren bij groep 4.
De genoemde maximale lengtes van de rookgasafvoer zijn voorbeelden
en gelden met als voorwaarde, dat alle warmtebronnen tot dezelfde
groep behoren.
Bij cascades met gesloten rookgasafvoer moeten alle warmtebronnen
bovendien van hetzelfde fabrikaat zijn.
Wanneer warmtebronnen van verschillende groepen worden gecombi-
neerd, moet een berekening conform EN13384 worden uitgevoerd.
4.16.3 Minimaal vermogen (verwarming en warm water) van de
warmtebron verhogen
Bij een collectieve rookgasafvoer en bij cascades (overdrukbedrijf) moet
het minimale vermogen van de warmtebron in het servicemenu worden
verhoogd:
Warmtebron type
Standaardwaarde
1200 HRC 20/3 1200
HRC 28/4
Tabel 26 Instelwaarden bij een collectieve rookgasafvoer en cascadebe-
drijf
Rookgasafvoer | 4
0010032563-002
met concentrisch
(10)3x
Verhoogde waarde
[%]
[%]
14
19
15
Advertenties
Inhoudsopgave
