8.1 Regenpijp
De 3 m lange regenpijp bestaat uit twee
delen: verticale pijp en tussenpijp.
•
Monteer de trechter van de regenpijp
aan de dakgoot door gebruik te maken
van de al uitgezaagde uitsparing.
•
Bevestig de verticale pijp aan de paal
(3) met behulp van de beugels.
•
De lengte van de tussenpijp wordt
door het dakoverstek bepaald.
•
Meet de afstand X en gebruik de
onderstaande tabel om te bepalen
hoe lang de tussenpijp moet zijn.
•
Als tussenpijp wordt een afgezaagd
stuk regenpijp gebruikt.
•
De regenpijpbeugel wordt ca.10 cm
onder de onderste hoekijzer en onder
de bovenste hoekijzer aangebracht.
X [cm]
Lengte tussenpijp [cm]
80
70
60
ca. 70
ca. 60
ca. 50
3
Afb. 8.1-2
Afb. 8.1-3
26
21
27
E-Port Home Single
17