Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Noodstroomvoorziening Brandmeldinstallatie - FirePro FP-20 Handleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

maximaal 500 lux en noodverlichting met een sterkte van minimaal 1 en maximaal 10 lux (of andere specificaties
indien aangegeven door de lokale richtlijnen).
De brandmeldcentrale dient te voldoen aan EN54 en de bluscentrale aan de EN-12094. Dit dient aangetoond te
worden middels een productcertificaat van een geaccrediteerde Europese certificeringinstelling (of gelijk aan
lokale richtlijnen). De aansturing dient te voldoen aan de BRL-K23003 en zijn beoordeeld door Kiwa.
De functie van de bedieningschakelaars (drukknoppen), signaallampen en alle ter zake doende opschriften en
teksten moeten duidelijk, vast onuitwisbaar en in de taal van de gebruiker zijn aangebracht. De opschriften
moeten duidelijk leesbaar zijn op 80 cm afstand. De bedieningsfuncties van de brandmeldcentrale die ingrijpende
gevolgen hebben voor de werking van het systeem, zoals het uitschakelen van melderlussen, in/uitschakelen
vertraagde doormelding en dergelijke, mogen niet bediend worden door onbevoegden.
Indien er voor de elektrische activering een handschakelaar wordt geïnstalleerd, dient deze
schakelaar op een toegankelijke plaats te worden aangebracht. De aanbrenging van de
handschakelaar dient op een plaats te gebeuren, waar het niet mogelijk is deze per abuis te
activeren.
Let op:
Als er meer dan één FirePro
voeding te worden aangesloten.
Ook moet er voor gezorgd worden dat het elektrische circuit gezekerd wordt d.m.v. een smeltveiligheid van 4A
om schade door kortsluiting na activeren te voorkomen. De smeltveiligheid dient geplaatst te worden na het
controlepaneel of na de handbedienbare blusknop.
In het hele object dienen ontruiming alarmgevers te worden aangebracht, waarbij het geluidsniveau op een
willekeurige plaats minimaal 6 en maximaal 20 Db(A) boven het omgevingsgeluid bedraagt.

10.4 Noodstroomvoorziening brandmeldinstallatie

De brandmeldinstallatie dient op een afzonderlijke eindgroep te worden aangesloten, welke voorzien is van de
aanduiding:
"
De brandmeldinstallatie moet zijn uitgerust met een eigen noodstroomvoorziening bestaande uit een accu-
laadcircuit en accu's. Tevens moet de brandmeldcentrale (BMC) beschikken over een bewaking van de primaire
en secundaire voeding (noodvoeding), storing in de voeding dienen zowel optisch als akoestisch te worden
gemeld.
De primaire voeding en noodvoeding van de BMC dienen zo te zijn berekend, dat de gehele installatie inclusief
de aan te sturen apparatuur gevoed wordt.
De primaire voeding en noodvoeding van de gemeenschappelijke brandmeldinstallatie moeten voldoende
vermogen hebben:
Voor het flitslicht (wat de brandweeringang aangeeft)
Voor de slow-whoops (de ontruimingsinstallatie)
Voor de doormeld apparatuur (indien deze niet is voorzien van eigen noodstroom)
Let op:
indien de standaardvoeding / -noodvoeding niet toereikend is, dan de nood-
stroomvoorziening uitbreiden.
FS4Y / FirePro Benelux is geautoriseerde Distributeur van de FirePro
Bewaar deze informatie-, instructie- en gebruikershandleiding voor
toekomstig gebruik. Bij herziene uitgave vervalt deze handleiding. De
laatst geldende versie is op te vragen bij FirePro Benelux. Deze
handleiding is een onderdeel van de ASP (Aerosol Standard Procedure).
Europees geregistreerd onder nr. 003019643 / version-08 / 01-07-2017
®
N
I
E
T
U
I
T
S
C
H
A
K
E
L
N
I
E
T
U
I
T
S
C
H
A
K
E
L
blusunit wordt gebruikt, dient deze parallel aan de elektrische
E
N
B
R
A
N
D
M
E
L
D
I
N
E
N
B
R
A
N
D
M
E
L
D
I
N
®
producten
E ".
S
T
A
L
L
A
T
I
S
T
A
L
L
A
T
I
E
Pagina 50 van 68

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave