4.5.6. Rijden onder verschillende wegomstandigheden
Het apparaat behoudt zijn stabiliteit onder een grote verscheidenheid aan omstandigheden.
U kunt echter niet met de rolstoel rijden onder de volgende omstandigheden.
• Treden die hoger zijn dan 50 mm.
• Hellingen met een hellingshoek van 10° of meer
10° of meer
(17%)
• Zachte oppervlakken zoals zand, modder, besneeuwde
of bevroren paden.
* Rijden op grind, over lichte sneeuw en gras is
mogelijk.
Meer dan
50 mm
Gebruikershandleiding WHILL Model C
69