Als de batterijen goed zijn worden de batterijen normaal
opgeladen. Het batterijpictogram weergegeven als de scanner
niet onmiddellijk kan vaststellen of de batterijen kunnen
worden opgeladen, wordt. De batterijen worden
gecontroleerd, en als ze goed zijn wordt met opladen
begonnen. Het batterijpictogram zal dan verdwijnen. Als de
batterijen niet binnen 60 seconden als goed worden
aangemerkt, stopt de scanner met controleren en knippert het
batterijpictogram.
Melding batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is klinkt elke 15 seconden een
waarschuwing en knippert het batterijpictogram op het
scherm. Beneden een drempelwaarde wordt de scanner
automatisch uitgeschakeld totdat de batterij wordt opgeladen.
DE SCANNER AANZETTEN
Zet de scanner aan nadat deze volledig is opgeladen (Ni-MH
batterijen) of alkaline batterijen zijn geplaatst.
Opmerking: Zorg ervoor dat de antenne is aangesloten
voordat u de scanner aanzet.
1.
U kunt de band instellen (band 1 of 2) wanneer u de
scanner aanzet (standaard = band 1). Houd de
aanknop
voor 2 tot 3 seconden ingedrukt en houdt dan
1 ingedrukt voor band 1 of 2 voor band 2. De band blijft
ongewijzigd totdat u deze veranderd.
2.
Als u de scanner voor de eerste keer inschakelt wordt
op het scherm weergegeven. Dit betekent
All LocOut
dat er geen frequenties zijn opgeslagen in de kanalen.
Druk op Srch om te beginnen met zoeken.
23