INSTALLATIE
AANSLUITING VERWARMING
Aansluitvoorbeeld enkele kring
1. Vulkraan installatie
2. Terugslagklep
3. Veiligheidsklep met manometer (ingesteld op 3 bar)
4. Expansievat
5. Circulatiepomp
6. Afsluitkraan verwarming
7. Omgevingsthermostaat (optie)
8. Aftapkraan
9. Automatische ontluchter
6
6
2
5
9
fig. 8
De leegloopkraan en de veiligheidsklep moeten op de
riolering worden aangesloten.
664Y5700 • E
(fig. 8)
7
3
4
2
1
8
NL • 8
ELEKTRISCHE AANSLUITING
Voedingsprincipe
De ketel werkt met éénfasige stroom 230 V - 50 Hz.
Aan de buitenzijde van de ketel moet een kast met hoofdschakelaar
en zekeringen van 6 A worden gemonteerd om de stroomvoorziening
van de ketel te kunnen onderbreken tijdens de onderhoudsbeurten
en vóór elke interventie aan het apparaat.
Conformiteit
De installatie moet voldoen aan de geldende plaatselijke normen en
voorschriften.
Het is belangrijk vóór elke interventie de stroomvoor-
ziening van de ketel te onderbreken.
1.
Omgevingsthermostaat
2. Circulatiepomp
3. Overbrugging (verwijderen vooraleer de omgevingsthermostaat
aangesloten wordt).
1
t
2
M
3
fig. 10
N
PE
230 V ~ 50HZ
L1