4. Installatie
4.1 Aandachtspunten voor installatie
Raadpleeg de informatie in 2 Belangrijke informatie (pagina 7)
voordat u het product installeert.
LET OP
R Sluit voedingskabels altijd aan op de juiste terminals.
Wanneer de voedingskabels onjuist worden aangesloten,
kan de voedingseenheid worden beschadigd.
R Voorkom dat voedingskabels loskomen en voorkom
elektrische schokken door de voedingskabels stevig vast
te zetten met kabelbinders en door de kabelafdekking aan
te brengen.
R Gebruik een buis en een overspanningsbeveiliging als de
bedrading buitenshuis loopt.
R Gebruik een buis en maak geen verbindingen ondergronds
als de bedrading onder de grond loopt.
R Installeer het product veilig volgens de aanwijzingen in dit
document om te voorkomen dat het product van de muur
loskomt. Installeer het product bij voorkeur niet op zwakke
muren, zoals muren van gipsplaat, cellenbeton,
betonblokken of fineer (minder dan 18 mm dik).
20
4.2 De voedingseenheid (apart
verkocht) installeren
Vereiste items
–
Voedingseenheid (VL-PS240 of VL-PS2410; apart
verkocht)
–
Kabelbinders (meegeleverd bij voedingseenheid)
–
Schroeven (meegeleverd bij voedingseenheid)
–
Kabels voor wissel-/gelijkstroomaansluiting (door
gebruiker geleverd)
Zie "4.6.2 Draadtype en maximale draadlengte
(pagina 39)".
Installatielocatie
R Het apparaat moet worden geïnstalleerd in een
elektriciteitspaneel of -kast.
R Los van de apparatuur moet een gemakkelijk bereikbare
hoofdschakelaar worden geïnstalleerd.
Het externe uitschakelsysteem moet gecertificeerd zijn, en
een kruipweg/veiligheidsafstand hebben van minimaal
3 mm.
Installatiemethoden
U kunt de volgende 2 methoden gebruiken voor het installeren
van de voedingseenheid.
–
montage op een DIN-rail (door gebruiker geleverd)
–
directe bevestiging aan een muur