Instellingen
Introductie
Hier kunt u de apparaatinstellingen aanpassen. U kunt uw apparaat personaliseren door de
verschillende instelopties te configureren.
Open de app Instellingen.
Tik op
om naar instellingen te zoeken met zoektermen.
Verbindingen
Opties
Hier kunt u de instellingen wijzigen voor verschillende verbindingen, bijvoorbeeld de Wi-Fi-functie
en Bluetooth.
Tik op het scherm Instellingen op Verbindingen.
• W i-Fi: schakel de Wi-Fi-functie in om verbinding te maken met een Wi-Fi-netwerk en toegang te
krijgen tot internet of andere netwerkapparaten. Raadpleeg
• B luetooth: gebruik Bluetooth om gegevens of mediabestanden uit te wisselen met andere
apparaten waarop Bluetooth is ingeschakeld. Raadpleeg
• Z ichtbaarheid telefoon: andere apparaten toestaan uw apparaat te vinden om inhoud met
u te delen. Als deze functie is ingeschakeld, is uw apparaat zichtbaar voor andere apparaten
wanneer ze zoeken naar beschikbare apparaten.
• N FC en betaling: u kunt met uw apparaat productinformatie in NFC-tags (near field
communication) lezen. U kunt deze functie ook gebruiken voor betalingen en om bijvoorbeeld
treinkaartjes of tickets voor evenementen te kopen. U moet dan wel eerst de daarvoor vereiste
apps downloaden. Raadpleeg
• V liegtuigstand: schakel de Vliegtuigstand in om alle draadloze functies uit te schakelen. U kunt
alleen diensten gebruiken waarvoor geen netwerk vereist is.
Houd u aan de regelgeving verstrekt door de luchtvaartmaatschappij en de instructies
van het personeel in het vliegtuig. Als u het apparaat mag gebruiken, moet u het altijd
gebruiken in de vliegtuigstand.
• M obiele netwerken: uw instellingen voor mobiele netwerken configureren.
NFC en betaling
voor meer informatie.
141
Wi-Fi
voor meer informatie.
Bluetooth
voor meer informatie.