Het rookmelder altijd eerst uitschakelen en dan pas de batterij vervangen.
De batterij ten minste eenmaal per jaar vervangen of onmiddellijk als
eenmaal per minuut het signaal voor "batterij leeg" klinkt. Dit moet ook
gebeuren als het rookmelder met wisselstroom wordt gevoed.
In deze rookmelders mogen alleen de onderstaande 9V (6F22) batterijtypes
worden gebruikt: Eveready 522 of 1222; Duracell MN 1604 of Ultralife
U9VL-J of gelijkwaardig.
Alleen vervangen door batterijen van hetzelfde type of een door de fabrikant
aanbevolen type. Oude batterijen inleveren bij een verzamelpunt of afvoeren
als chemisch afval.
ELKE KEER DAT DE BATTERIJ WORDT VERVANGEN, DIENT U TE
TESTEN OF DE ROOKMELDER NAAR BEHOREN WERKT DOOR OP
DE TESTKNOP TE DRUKKEN.
OPGELET:
!
(Alleen voor de types IAR230C en PAR230C):
BELANGRIJK: Lithiumbatterijen zijn vast in het tegen vandalisme beveiligde
batterijvak ingebouwd. Zij zijn ontworpen voor een langere
levensduur dan die van het rookmelder.
1. Het rookmelder op het hoofdbedieningspaneel van het net scheiden.
2. Een kleine schroevendraaier in de sleuf van de standaardsokkel steken. De
blokkeerpal (lipje) met een schroevendraaier indrukken en het rookmelder in
tegenwijzerzin draaien om het uit de standaardsokkel te verwijderen.
3. Het rookmelder voorzichtig uit de houder trekken en erop letten dat geen
leidingverbindingen losraken.
4. De stroomstekker uit de achterzijde van het rookmelder verwijderen.
5. Het batterijvakje aan de achterzijde van het rookmelder openen aan de lip.
6. De batterij uit het vakje nemen. De verbruikte batterij van de batterijstekker
trekken en correct afvoeren.
7. Een nieuwe 9V-batterij op de stekker aansluiten. De batterij kan maar op
één manier worden aangesloten. Erop letten dat de batterijstekker vast met
de batterijaansluitingen verbonden is. Na het plaatsen van de batterij geeft
het rookmelder mogelijk een korte pieptoon. Dat is normaal en betekent
dat de batterij correct is aangebracht.
8. De batterij in het vakje leggen.
9. Het batterijvakje sluiten. Indrukken tot het klikt.
10. De testknop indrukken en ingedrukt houden. Het alarmsignaal klinkt als
de batterij correct is aangesloten en goed functioneert.
11. De stekker weer inklikken. Voorzichtig aan de stekker trekken om te
controleren of hij goed vastzit.
12. De rookmelder door linksom te draaien weer in de standaardsokkel
bevestigen en laten inklikken.
13. Stroom inschakelen en het rookmelder met de testknop controleren.
REINIGING
Het rookmelder tenminste eenmaal per maand schoonmaken om stof, vuil en
andere deeltjes te verwijderen. Voor de reiniging altijd eerst de stroomtoevoer
onderbreken.
• Alle kanten en het deksel van het rookmelder schoonmaken met een zachte
borstel of met een stofzuiger met het daarvoor geschikt hulpstuk. Erop letten
dat alle openingen stofvrij zijn.
• Indien nodig, het rookmelder van het net afkoppelen en het deksel met een
vochtige doek schoonmaken.
BELANGRIJK: Probeer nooit het deksel te verwijderen of de binnenkant van
het apparaat schoon te maken. IN DERGELIJKE GEVALLEN
KOMT DE GARANTIE TE VERVALLEN.
HERSTELLING
VOORZICHTIG: Niet proberen, het rookmelder te repareren.
!
Als het rookmelder niet correct functioneert, kunt u kijken bij "Zoeken naar
fouten". U kunt het rookmelder binnen de garantieperiode ook terugzenden
naar uw distributeur. Het rookmelder goed beschermd in een doos
verpakken, de doos frankeren en opsturen naar het adres dat vermeld
staat op de laatste pagina van deze gebruiksaanwijzing.
Als de garantieperiode voor het rookmelder is afgelopen, kunt u het
rookmelder het best door een daartoe aangewezen vakbedrijf laten
vervangen door een vergelijkbaar FireX-rookmelder.
Elektrische producten die het einde van hun levensduur hebben bereikt,
mogen niet worden weggegooid met het gewone huisvuil.
Lever ze in als Klein Chemisch Afval (KCA) om te worden gerecycled.
VEILIGHEIDSOEFENINGEN
VOOR BRANDGEVALLEN
Als het rookmelder een signaal geeft zonder dat de testknop werd
ingedrukt, wordt gewaarschuwd voor een gevarensituatie. In dit geval
moet er onmiddellijk worden gereageerd. Ter voorbereiding op een
dergelijke situatie moeten vluchtschema's worden gemaakt die moeten
worden besproken met ALLE huisbewoners. Tevens moeten regelmatig
oefeningen worden gehouden.
• Iedere persoon moet het alarmsignaal van het rookmelder herkennen en
weten wat het betekent.
• In elke ruimte TWEE uitgangen en een vluchtweg naar buiten via iedere
uitgang bepalen.
GEBRUIK UITSLUITEND DE IN DEZE
GEBRUIKSAANWIJZING VERMELDE BATTERIJEN.
In dergelijke gevallen komt de garantie te
vervallen.
6