4.
Vul de configuratiegegevens in.
Als u het gereedschap/apparaat kiest als het doelapparaat, kunt u één van de volgende instellingen maken:
Smartphone/tablet
(a)
(a)
(a)
Pincode instellen
a)
U kunt de nieuwe pincode instellen.
—
Current PIN
Voer de pincode in die reeds is opgeslagen in het gereedschap/apparaat waarmee verbinding wordt gemaakt.
OPMERKING: Voer "0000" in als nog geen pincode is opgeslagen in het gereedschap/apparaat waarmee verbinding
wordt gemaakt.
OPMERKING: Als de huidige pincode verschilt van de pincode in het gereedschap/apparaat waarmee verbinding
wordt gemaakt, kunt u de nieuwe pincode niet opslaan in het gereedschap/apparaat.
—
New PIN
Voer de pincode in waarmee u de huidige pincode wilt overschrijven.
b)
Notitie maken
U kunt een notitie maken.
(a)
(b)
(b)
(b)
(b)
Computer
23 NEDERLANDS