Bedieningselementen en indicatie-LED's op het
voorpaneel
In de volgende tabel vindt u een overzicht van de bedieningselementen en
indicatie-LED's op het voorpaneel.
Het is mogelijk dat de hier beschreven bedieningsfuncties niet voor alle
gebruikers beschikbaar zijn. Meer informatie over de bediening van de centrale
en toegangsrestricties vindt u in het onderwerp "Bediening van de centrale" 14.
Tabel 2: Bedieningselementen en indicatie-LED's op het voorpaneel
Bedieningselement/I
ndicatie-LED
Indicatie-LED Voeding
Indicatie-LED
Algemene test
Indicatie-LED
Algemeen uit
Indicatie-LED
Algemene storing
Indicatie-LED Alarm
Knop en indicatie-LED
Doormelding
Aan/Bevestigd
Knop en indicatie-LED
Doormelding
vertraging
Indicatie-LED
Doormelding
Storing/Uit/Test
Knop en indicatie-LED
Besturingsapparaat
Aan/Bevestigd
4
Kleur
Beschrijving
indicatie-LED
Groen
Geeft aan dat het systeem is opgestart.
Geel
Geeft aan dat een of meerdere functies of melders
worden getest.
Geel
Geeft aan dat een of meerdere functies of melders zijn
uitgeschakeld.
Geel
Geeft een algemene storing aan. De storings-LED van
de overeenkomende melder of functie knippert ook.
Rood
Geeft een brandalarm aan.
Een knipperende LED geeft aan dat het alarm door
een detector werd geactiveerd. Een rood brandende
indicatie-LED geeft aan dat het brandalarm door een
handbrandmelder werd geactiveerd.
Rood
Annuleert een eerder ingestelde vertraging tijdens het
aftellen en activeert de doormelding.
Als de indicatie-LED continu brandt, geeft dit aan dat
de doormelding is geactiveerd. Een continu brandende
indicatie-LED geeft aan dat het doormeldsignaal is
bevestigd door de externe centrale.
Schakelt de eerder ingestelde doormeldvertraging in
Geel
of uit. Annuleert een vertraging tijdens het aftellen en
activeert de doormelding.
Een continu brandende indicatie-LED geeft aan dat er
een vertraging is geconfigureerd en ingeschakeld. Een
knipperende indicatie-LED geeft aan dat er een
vertraging aan het aftellen is (doormelding wordt
geactiveerd zodra de geconfigureerde vertraging is
verstreken of de vertraging wordt geannuleerd).
Geel
Geeft aan dat er een doormeldstoring is opgetreden,
dat deze is uitgeschakeld of wordt getest.
Een knipperende indicatie-LED geeft een storing aan.
Een continu brandende indicatie-LED geeft een
uitschakeling of een test aan.
Rood
Annuleert een eerder ingestelde vertraging tijdens het
aftellen en activeert het besturingsapparaat.
Een knipperende indicatie-LED geeft aan dat het
besturingsapparaat is geactiveerd. Een continu
brandende indicatie-LED geeft aan dat het
besturingsapparaatsignaal is bevestigd door de
externe centrale.
Bedieningshandleiding voor de 2X-F Series-brandmeldcentrale