9. Tips voor het gebruik in de praktijk
9.1
Welke producten kunt u vacumeren?
Levensmiddelen, bijvoorbeeld: varkensvlees, gevogelte, gesneden vlees, gesneden worst, droge worst,
groente, salades, deegwaren, rijst, aardappels, spätzle, vruchten, bessen, fruit, vis, zeevruchten,
kruiden zonder vocht, brood, koekjes, kant-en-klare sandwiches, soepen, sausen, zult, gebak, maar
ook bloemen en veel meer.
9.2
Welke producten moet u voorzichtig vacumeren?
Vloeistoffen zoals soepen en sausen moeten bijzonder voorzichtig worden gevacumeerd en belucht
(attentie: laag kookpunt). Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor chocolademousse en andere delicate
producten.
Houdt u er rekening mee dat rundvlees zich qua kleur kan veranderen.
9.3
Welke producten u NIET dient te vacumeren
Bijvoorbeeld: kruiden met vocht, gesneden vlees met omhulsel, gehalveerde worsten, gecutterde
worstmassa met weinig vet- en zwoordaandeel (zoals Weense worstjes en rauwe kalfsbraadworst).
Meerdere producten zijn niet geschikt voor vol vacuümvermogen. Datzelfde geldt voor levensmiddelen
waarvan de structuur door luchtinsluiting wordt verkregen, zoals bijv. slagroom.
Bij producten die niet volledig vers zijn, dient tevens van vacumeren te worden afgezien.
Neemt u bij vragen contact op met uw leverancier a.u.b.
9.4
Welke producten u NIET SAMEN dient te vacumeren
Bijvoorbeeld: fruit samen met groente, sla met rauwe en gekookte ingrediënten, zoals bijv.
noedelsalade, enz.
Wij adviseren om qua geur kwetsbare en qua geur intensieve levensmiddelen in aparte bakken te
vacumeren.
10.
Informatie inzake hygiëne
Gevacumeerde levensmiddelen kunnen onder optimale omstandigheden langer worden bewaard. In
het kader van het HACCP concept bent u verplicht om zelf controles uit te voeren.
Teneinde een verhoogde levensmiddelenveiligheid te bereiken adviseren wij een
regelmatige controle door een neutraal testlaboratorium te laten uitvoeren.
Seite 9 von 12