6. Leid de beide einden van het snoer door de openingen
aan de tegenoverliggende zijde van de spoel (afb.
30).
7. Leid de veer over de as en steek de draadeinden door
de ogen in het spoelhuis (afb. 31).
8. Breng de spoel in het spoelhuis terwijl u de draadeinden
door het oog trekt. Verzeke u ervan dat de veer in de
juiste positie ten opzichte van de spoel en het spoelhuis
staat (afb. 31).
9. Is de spoel in het spoelhuis geplaatst, druk deze dan
stevig in het spoelhuis vast, zodat de veer gespannen
is. Trek stevig aan beide einden van de draad, zodat
deze niet tussen de spoel en het spoelhuis ingeklemd
zit. Houd de veerspanning door constante druk van
de spoel in het spoelhuis en bevestig de schroef in de
richting van de wijzers van de klok. Draai de schroef
alleen met de hand aan (afb. 32).
11. Kort de draad in tot op ongeveer 17 cm, om de motor
in de start- en opwarmfase minder te belasten (afb.
15).
ONDERHOUD
OPGELET! – Draag bij onderhoudswerkzaamheden
altijd veiligheidshandschoenen. Pleeg geen
onderhoud wanneer de motor nog warm is.
LUCHTFILTER
Om het luchtfilter schoon te maken:
1. Draai de sluitschroef 1 uit het deksel van de luchtfilter
(afb. 33 + 34).
2. Maakt het filter schoon met water en zeep.
Gebruik nooit benzine!
3. Laat het filter in de lucht drogen.
4. Nu zet u het filter er in de omgekeerde volgorde weer
in.
AANWIJZING: Vervang het luchtfilter wanneer dit
versleten, beschadigd of te sterk vervuild is.
TANKSLUITING / BRANDSTOFFILTER
OPGELET: Voordat u begint met het verwisselen,
verwijdert u de brandstof uit het apparaat en slaat dit op
in een goedgekeurde jerrycan. Tanksluiting voorzichtig
openen, opdat de aanwezige overdruk langzaam kan
worden afgebouwd.
AANWIJZING: Houd het ontluchtingsventiel en de tank-
deksel schoon (afb. 35).
1. Brandstofzuigkap en filter (A) met een haak of iets
dergelijks, uit de tank trekken (afb. 36).
2. Haal de zuigkap eraf door te draaien (afb. 36).
3. Vervang het filter.
AANWIJZING: Gebruik de trimmer nooit zonder brand-
stoffilter. Dat kan ernstige motorschade ten gevolge
hebben.
CARBURATEURINSTELLING
De carburateur is op de fabriek optimaal afgesteld.
Mochten er verdere afstellingen nodig zijn, wendt u dan
tot de bevoegde serviceafdeling.
BOUGIES
1. Bougie-elektrodenafstand = 0,6-0,7mm (afb. 37).
2. Draai de bougie in een koppel van 12-15 Nm aan.
Plaats de bougiestekker op de bougie.
SCHERPSLIJPEN VAN HET DRAADSNOERMES
1. Verwijder het snijmes (E) van de beschermplaat (F)
(afb. 38).
2. Bevestig het mes in een bankschroef. Slijp het mes
met een vlakvijl. Vijl voorzichtig om de slijphoek aan
te houden. Vijl altijd in één richting.
OPSLAG
1. Alle voorgaande onderhoudsvoorschriften opvolgen.
2. De trimmer heel goed schoonmaken en de metalen
delen invetten.
3. De brandstoftank legen en de deksel er weer op-
schroeven.
4. Is de tank geleegd, start dan de motor.
5. Laat de motor in nullast draaien totdat hij stopt, teneinde
de carburateur van brandstof te ontdoen.
6. Laat de motor afkoelen (ongeveer 5 minuten).
7. Draai de bougie met een bougiesleutel los.
8. Vul een theelepel met zuivere 2-takt olie in de ver-
brandingsruimte. Trek meerdere keren langzaam aan
de startkabel om de olie in het binnenste van de motor
te verdelen. Zet de bougie er weer in.
9. Sla het apparaat op een koele droge plaats op, veilig
weggeborgen tegen open vlammen en hittebronnen
zoals heetwaterinstallaties, oliestookketels enz.
OPGELET: Alle onderhoudswerkzaamheden, die
niet in deze gebruiksaanwijzing ter sprake zijn
gekomen, moeten bij een erkend reparateur worden
uitgevoerd. Om constant gebruik van de trimmer en
een gebruik volgens de voorschriften te garanderen,
mogen alleen ORIGINELE ONDERDELEN worden
gebruikt.
OPNIEUW IN GEBRUIK NEMEN
1. Verwijder de bougie.
2. Trek snel aan de startkabel om de zich in de ver-
brandingsruimte bevindende olie te verwijderen.
3. Reinig de bougie en controleer de elektrodenafstand.
Zo nodig de bougie vervangen.
4. Maak het apparaat gereed voor gebruik.
5. Vul de tank met het juiste brandstof-oliemengsel. Zie
hoofdstuk "Brand- en smeerstoffen".
AFVALVERWERKING EN MILIEUBEHEER
Restanten van kettingolie resp. van een 2-taktmengsel
nooit in de afvoer resp. in de riolering of in de grond laten
weglopen, maar volgens de milieuvoorschriften bij het afval
aanbieden, bijvoorbeeld bij een afvalverwerkingsstation.
Wanneer uw apparaat op zeker moment niet meer te
gebruiken is of wanneer u het niet meer nodig heeft, gooi
het apparaat dan nooit weg bij het gewone huis-, tuin-
en keukenafval, maar verwijder het overeenkomstig de
milieuvoorschriften. Leeg de olietank en de benzinetank
goed en bied het restant aan bij een afvalverzameldepot.
Bied het apparaat eveneens bij een recyclingbedrijf aan.
Kunststof onderdelen en metalen onderdelen kunnen
hier worden gescheiden en voor hergebruik geschikt
worden gemaakt. Informatie hierover kunt u ook krijgen
bij uw gemeente.
NL-13