Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

- Trim en maai altijd op een hoog toerental. Laat de motor
bij het begin van het maaien of tijdens het trimmen niet
op een laag toerental draaien.
- Gebruik het apparaat alleen waarvoor het bedoeld is,
zoals trimmen en onkruid maaien.
- Houd de draadkop tijdens het gebruik nooit boven
kniehoogte.
- Bij het werken op heuvels en hellingen moet u ervoor
zorgen dat u altijd lager dan het maaiapparaat staat.
Werk alleen op hellingen en heuvels wanneer u veilige
en stevige grond onder de voeten hebt.
TRIMMEN
De trimmer, volgens de voorschriften voorzien van
een beschermplaat en een draadkop, trimt hoog gras/
gebladerte en onkruid op moeilijk bereikbare plekjes – langs
hagen, wanden, fundamenten en rond boomstammen. De
trimmer kan ook voor maaiwerkzaamheden aan de grond
worden gebruikt (bijv. snoeiwerkzaamheden in de tuin en
op onoverzichtelijk dicht begroeid terrein).
TIP: Ook bij het in acht nemen van uiterste voorzichtig-
heid leidt trimmen langs fundamenten, stenen muren
enz. tot meer slijtage van de draad.
TRIMMEN / MAAIEN
Beweeg de trimmer in sikkelvormige bewegingen heen en
weer. Houd de draadkop altijd parallel ten opzichte van
de grond. Controleer het terrein en bepaal de gewenste
maaihoogte. Leid en houd de draadkop op de gewenste
hoogte, voor een gelijkmatig maairesultaat (afb. 23).
DICHT TRIMMEN
Leid de trimmer recht met een lichte neiging naar voren,
zodat de trimmer vlak boven de grond beweegt. Trim altijd
van het lichaam weg, nooit in de richting van de gebruiker
(afb. 24).
TRIMMEN LANGS HAAG EN FUNDAMENTEN
Om langs heggen, posten, stenen muren en fundamenten
te trimmen, leidt u het apparaat langzaam en voorzichtig,
zonder de draad tegen obstakels aan te laten stoten.
Wanneer het maai-apparaat tegen een vast obstakel
(steen, muur, boomstam e.d.) aankomt, bestaat het risico
op terugslag en grotere slijtage van het draad.
TRIMMEN ROND BOOMSTAMMEN
Rond boomstammen leidt u de trimmer langzaam en
voorzichtig, zodat de snijdraad de boomschors niet raakt.
Maai rond boomstammen van links naar rechts. Grijp gras
en onkruid met de top van de draad en houdt de draadkop
licht naar voren.
AFMAAIEN
Bij het afmaaien pakt u alle vegetatie tot op de grond.
Daartoe buigt u de draadkop in een hoek van 30 graden
naar links. Zet de handgreep in de gewenste positie. Let
goed op het verhoogde risico van letsel voor gebruiker,
omstanders en dieren, alsmede op het risico van
zaakbeschadiging door weggeslingerde objecten (bijv.
stenen) (afb. 24).
MAAIEN MET HET MAAIBLAD
Bij het maaien met het maaiblad altijd veiligheidsbril,
veiligheidskleding en schoudergordel dragen.
MET DE ZEIS MAAIEN
Gebruik het apparaat met het struikenmes als een
zeis voor het maaien van wildgroei, in elkaar gegroeid
gras en struikgewas. Gebruik het struikenmes niet voor
zwaarder hout.
VAST BLIJVEN ZITTEN
Struiken en bomen kunnen in het maaiblad vastklemmen
en het stilstaan van het blad veroorzaken. Voorkom het
vast blijven zitten, door geschikt struikgewas vanaf de
tegenoverliggende zijde te maaien. Blijft het maaiblad
tijdens het maaien vast zitten, zet dan onmiddellijk de
motor stop. Houd het apparaat omhoog en voorkom dat
het maaiblad verbuigt of breekt terwijl u het te maaien
struikgewas van het maaiblad wegdrukt.
VOORKOMEN VAN TERUGSLAG
Bij het monteren van metalen snijwerktuigen (Strui-
kenmessen) bestaat het risico van terugslag, wanneer
het apparaat met een vast voorwerp (boomstam, dikke
tak, steen enz.) in aanraking komt. Het apparaat wordt
daarbij teruggeslingerd – tegen de draairichting van het
werktuig in. Dit kan er toe leiden dat u de controle over
het apparaat verliest – letselrisico voor de gebruiker en
vomstanders!!
Gebruik de metalen snijwerktuigen niet in de buurt
van schuren, metalen posten, grenspalen of funda-
menten.

SNIJDRAAD VERLENGEN

Om de snijdraad te verlengen, laat u de motor volgas
lopen en tikt (BUMP) u met de draadkop tegen de grond.
De draad wordt automatisch verlengd. Het mes op de
beschermplaat verkort de draad tot op de vereiste lengte
(afb. 25).
Belangrijk: Gebruik in de draadkop geen metalen
draad noch een met plastic omwikkelde metalen
draad van welke soort dan ook. Dit kan leiden tot
zwaar letsel bij de gebruiker.
OPGELET: Verwijder regelmatig alle gazon- en
onkruidresten om oververhitting van de steel
te vermijden. Gazon- / gras- / onkruidresten
blijven onder de beschermplaat vastzitten (afb.
26). Dit verhindert voldoende afkoeling van de
steel. Verwijder de resten voorzichtig met een
schroevendraaier of iets dergelijks.
SNIJDRAAD VERNIEUWEN
1. Verwijder schroef door deze tegen de richting van de
wijzers van de klok in te draaien (afb. 27).
2. Verwijder draadspoel en veer van as
3. Verwijder het overgebleven snijdraad.
4.
Vouw een draad van 6 m x 2,0 mm in de helft. Plaats
het luseinde in de inkeping van de draadklos (afb. 28).
Deze inkeping bevindt zich in het tussenstuk dat de
beide draadruimtes scheidt.
5. Wikkel de beide draadhelften gelijktijdig om de klos.
De draairichting is in de klos gegrift: "Wind Cord".
Houd de draden strak gespannen en let erop dat beide
draadhelften zich in hun eigen aparte klosbehuizing
bevinden. Wikkel de draden op tot ze nog slechts 15
cm lang zijn (afb.
NL-12
(afb. 27)
29).
.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave