VEILIGHEID
Hoeken rijden
● Probeer geen hellingen, stoepranden of
laaggelegen hellingen te beklimmen met een
hoek die groter is dan de limieten
gespecificeerd in het hoofdstuk Specificaties.
● Rijd bij het beklimmen van een helling niet
schuin op de helling. Rijd uw ATTO recht de
helling op. Dit verkleint het risico op kantelen
of vallen aanzienlijk.
● Leun voor maximale stabiliteit naar voren op
uw stoel terwijl u hellingen, hellingen,
stoepranden of laagbouw oprijdt.
● Rijd voorzichtig wanneer u een helling
probeert te nemen, zelfs opritten voor
gehandicapten.
● Rijd niet dwars over een helling.
● Probeer niet een helling te nemen die bedekt
is met sneeuw, ijs, gemaaid of nat gras,
bladeren of ander mogelijk gevaarlijk
materiaal.
● Probeer uw ATTO in beweging te houden bij
het beklimmen van een helling. Als u toch tot
stilstand komt, start u opnieuw en accelereert
u langzaam en voorzichtig.
● Als uw ATTO tijdens het afdalen van een
helling sneller begint te bewegen dan u veilig
voelt, laat dan de duimhendel los en laat uw
ATTO tot stilstand komen. Wanneer u voelt
dat u uw ATTO weer onder controle heeft,
drukt u op de duimhendel en vervolgt u veilig
de rest van de helling af.
● Zet uw ATTO niet in de vrijloopmodus
wanneer u op een helling of daling bent.
● Parkeer nooit op hellingen.
● Als u op een helling moet stoppen, leun dan
altijd naar voren om het zwaartepunt te
verschuiven en te voorkomen dat de ATTO
achterover kantelt.
Omkeren
● Zorg ervoor dat er geen obstakels achter u
zijn terwijl u uw ATTO achteruitrijdt.
● Probeer niet om uw ATTO achteruit een trap,
stoeprand of ander obstakel af te laten rijden.
Hierdoor kan de ATTO vallen of kantelen.
27